Netwerk Groene Bureaus

netwerk groene bureaus
brancheorganisatie voor kwaliteitsbevordering en belangenbehartiging

Het Netwerk Groene Bureaus heeft een vaste procedure  voor de behandeling van klachten over zijn leden. De klachtenprocedure staat open voor belanghebbenden zoals leden, niet-leden, opdrachtgevers, maatschappelijke organisaties en andere belanghebbenden. Bestuur, klachtencommissie en ledenvergadering geven invulling aan de klachtenprocedure.

Na ontvangst van een klacht tracht het bestuur via een gesprek met partijen tot een oplossing te komen. Sancties kunnen daarvan deel uitmaken. Indien alle betrokkenen instemmen met de oplossing is de klachtprocedure daarmee beëindigd.

Indien een of meerdere partijen het niet eens zijn met de beslissing van het bestuur, kunnen zij daartegen in beroep gaan bij de klachtencommissie.

De uitspraken van het bestuur en de klachtencommissie (vanaf oktober 2012) zijn hieronder opgenomen.

24
Bestuursbesluit Netwerk Groene Bureaus naar aanleiding van de klacht dd. 18 augustus 2023 van [klager] over uitgevoerd onderzoek door [bureau]
30 aug 2024

Het Netwerk Groene Bureaus (NGB) ontving op 18 augustus 2023 een klacht van [klager] over [rapport].

Op 29 november 2023 ontving het NGB de reactie van [bureau] op de klacht. Het NGB-bestuur initieerde een gesprek tussen beide partijen op 24 jan 2024. De klacht, het verweer en het gesprek vormen de basis voor dit bestuursbesluit. De klacht en reactie zijn opgenomen in de bijlage. Het conceptbestuursbesluit is voor commentaar voorgelegd aan betrokken partijen.

Klacht en verweer
[klager] heeft zijn bewaren tegen het rapport in de klacht gedetailleerd geformuleerd. Samengevat heeft de klacht betrekking op
• de onvolkomen wijze van inventariseren waardoor nabije hoofdburchten buiten beeld bleven,
• de onderschatting van de betekenis van het plangebied als plaats van voedselvoorziening en rust voor de das,
• de overschatting van beschikbaar alternatief voedselgebied,
• de overschatte gunstige staat van instandhouding.
[Klager] wil in het midden laten of de bekritiseerde onderdelen van het rapport zijn veroorzaakt door een gebrek aan deskundigheid of door opzettelijke misleiding ten gunste van de opdrachtgever.

[Bureau] erkent in zijn verweer dat de burchten in het onderzoek gemist zijn. De burchten waren niet bekend in de NDFF, aanwezige bewoning maakte een burcht onwaarschijnlijk en de locatie van de burcht was lastig benaderbaar. Het tweede en derde punt van de klacht hangen hiermee samen. [Bureau] ontkent dat er sprake zou zijn van opzettelijke misleiding ten gunste van de opdrachtgever of een gebrek aan deskundigheid.

Met het indienen van de zienswijze van [klager] op de verleende ontwerpbesluit van ontheffing Wet natuurbescherming (onderdeel soorten) is duidelijk geworden dat er meer dassenburchten aanwezig zijn rondom het projectgebied. Deze informatie is gebruikt voor aanvullend onderzoek en aanpassing van het activiteitenplan. Dit activiteitenplan ligt nu in concept bij de initiatiefnemers en wordt na afstemming met de provincie en gemeente opnieuw voorgelegd aan de provincie Gelderland.

Het gesprek
Op 24 jan 2024 werden klacht en verweer besproken door [klager], [bureau]), de NGB-bestuursleden Pieter Baalbergen (Duvekot Rentmeesters) en Bart Franken (Antea Group) en Bas van Leeuwen (secretaris Netwerk Groene Bureaus).

In het gesprek stelt de [klager] dat contact met de [klager] tot een volledig overzicht van de burchten zou hebben geleid. [bureau] geeft aan daarin terughoudend te zijn geweest om geen bezwaren uit te lokken en dat dergelijke data via de NDFF beschikbaar zouden moeten zijn. De [klager] acht een spotlight op dergelijke projecten juist wenselijk. Het Kennisdocument Das maakt immers expliciet melding van het feit dat de NDFF incompleet is (p. 17).

Het bevreemdt de [klager] dat een door [bureau] zelf ingetekende wissel niet gevolgd is. Deze had in overleg met de grondeigenaar zonder twijfel tot de gemiste hoofdburcht geleid. [bureau] geeft aan dat het in deze situatie niet vanzelfsprekend was dat de wissel gevolgd kon worden c.q. altijd zo duidelijk zichtbaar is.

[Bureau] geeft aan dat de analyse van het foerageergebied inderdaad tekort schoot. Het gebied is belangrijker dan gedacht en krijgt nu meer aandacht in het nieuwe activiteitenplan. In hoeverre het in juridische termen als onmisbaar kan worden aangeduid, is echter naar de mening van [bureau] niet duidelijk. Wel kan afname van het leefgebied leiden tot afname van het aantal dieren. De kwantitatieve relatie tussen leefgebied en het aantal dieren is onvoldoende bekend en niet afdoend beschreven in de (grijze) literatuur. De relatie is door de gezamenlijke dassenwerkgroepen in concept beschreven voor een update van het kennisdocument Das die de [klager] nastreeft. De update is echter niet beschikbaar. BIJ12 geeft geen prioriteit aan een evaluatie en aanpassing van het kennisdocument Das. Het concept wordt zo mogelijk beschikbaar gesteld aan [bureau]; op onderdelen is nog een aanpassing nodig.

De [klager] geeft aan dat onjuist is omgegaan met de staat van instandhouding: niet de regio maar de populatie dient maatgevend te zijn. Wnb artikel 3.8.5 spreekt van instandhouding van populaties (let op meervoud) en de clan kan gezien worden als een populatie, vergelijkbaar met uitspraak EhvJ inzake het begrip roedel bij wolven. [Bureau] wijst op jurisprudentie van het Europese Hof die zich zou richten op het niveau van de regio. De jurisprudentie is meervoudig interpreteerbaar.
Omdat [bureau] geen effect op het leefgebied verwachtte, werd geen effect op de staat van instandhouding verwacht.

De nieuwe inzichten worden gebruikt bij de aanpassing van het activiteitenplan. Dit activiteitenplan ligt in concept bij de initiatiefnemers en wordt opnieuw voorgelegd aan de provincie Gelderland. Bezwaren zijn te verwachten.

De klacht
De klacht
· heeft betrekking op niet-naleving van de NGB-gedragscode;
· is ingediend door een belanghebbende;
· is niet onredelijk laat ingediend en
· voldoet aan de indieningseisen van de klachtenprocedure.
Daarmee is de klacht ontvankelijk.

Bestuursbesluit
Het bestuur constateert dat [bureau]
• bij het veldwerk burchten heeft gemist
• het belang van het leefgebied heeft onderschat
• de aangedragen omissies erkent
• de via een zienswijze verkregen nieuwe inzichten verwerkt in een nieuw activiteitenplan
en dat
• aanwezige benodigde gegevens voor goede besluitvorming niet altijd beschikbaar zijn: verspreidingsgegevens zijn niet opgenomen in de NDFF, soms omdat natuurwerkgroepen deze gegevens willen inzetten bij juridische procedures
• wel aanwezige kennis over de relatie tussen leefgebied en het aantal dieren niet beschikbaar is in de literatuur
• het benaderen van natuurwerkgroepen voor gegevens en kennis bij opdrachtgevers leidt tot een vrees voor spotlight op projecten en daarmee voor procedures

Het bestuur vraagt [bureau]
• zorgvuldiger te werk te gaan bij het inventariseren en analyseren van gebieden
• bij projecten lokale natuurwerkgroepen te benaderen voor gegevens en kennis en
• opdrachtgevers te wijzen op het belang van lokale gegevens en kennis, ook in procedureel opzicht: de inbreng kan beter plaatsvinden tijdens het onderzoek dan tijdens het juridisch besluitvormingstraject.

Het bestuur verbindt geen verdere sancties aan dit besluit aangezien aanwijzingen voor een structureel karakter van de geconstateerde tekortkomingen ontbreken.

Bekendmaking
Het staat de partijen vrij bekendheid te geven aan de uitspraken van het bestuur van het Netwerk Groene Bureaus. De ontvangen klacht en het bestuursbesluit naar aanleiding van deze klacht worden gepubliceerd op de website van het Netwerk Groene Bureaus. Publicatie zal plaatsvinden in anonieme vorm waardoor de klacht en maatregelen niet te herleiden zijn tot de indiener van de klacht en tot het betreffende bureau.

Mogelijkheid voor bezwaar
Partijen kunnen tegen deze beslissing van het bestuur in beroep gaan bij de Klachtencommissie. Het beroep dient binnen zes weken na verzending van deze beslissing bij de Klachtencommissie te worden ingediend. De Klachtencommissie is te bereiken via secretariaat@netwerkgroenebureaus.nl.

Bijlagen
Klacht en verweer

23
Bestuursbesluit naar aanleiding van de klacht van [klager] over [bureau] m.b.t. natuuronderzoek [onderzoeksgebied]
18 maart 2024

Het Netwerk Groene Bureaus (NGB) ontving op 15 december 2022 een klacht van [klager] over een uitgevoerde Quickscan ten behoeve van de aanvraag voor de duur van 6 jaren van de Omgevingsvergunning [activiteit] in [onderzoeksgebied] 2021 door [bureau]. De klacht is 20 december 2022 voorgelegd aan [bureau]; het verweer van [bureau] werd 13 feb 2023 ontvangen. [klager] reageerde op 28 februari 2023 op verweer. Het NGB-bestuur initieerde een gesprek tussen beide partijen op 11 mei 2023.

De klacht, het verweer, de reactie van [klager] op het verweer en het gesprek vormen de basis voor dit bestuursbesluit. Het bestuursbesluit werd op 11 juli 2023 in concept aan beide partijen voorgelegd. Op 13 sept 2023 ontving het NGB als reactie van [bureau]: “Wij kunnen ons vinden in het conceptbesluit van de NGB”. Op 31 okt 2023 ontving het NGB een uitgebreide reactie van [klager] op het concept bestuursbesluit (zie bijlage), later dan voorgenomen vanwege omstandigheden bij [klager].

De doorlooptijden van de klachtafhandeling waren aanzienlijk. Naar aanleiding van het gesprek heeft [bureau] echter al in de zomer van 2023 aanvullende acties in gang gezet, conform het voorliggende bestuursbesluit ten aanzien van de waterspitsmuis.

De klacht, verweer en reacties zijn opgenomen in de bijlage.

Klacht, verweer en reactie op het verweer
1. [klager] stelt samengevat het volgende over de uitgevoerde Quickscan.
Niet alleen constateren wij belangrijke omissies en fouten in de door [bureau] opgeleverde zeven (!) versies van de QuickScan, maar geven zowel de strekking van de rapportages als de gang van zaken bij de totstandkoming van de rapportages daarnaast helaas aanleiding voor twijfels over de onafhankelijkheid van het betreffende bureau. Een ernstige zaak, want dit roept niet alleen twijfels op over de integriteit van [bureau], maar ook over die van het Netwerk Groene Bureaus en de sector in zijn algemeenheid.

De twijfels over de onafhankelijkheid worden toegelicht met citaten uit correspondentie tussen [bureau] en bevoegde gezagen. Omissies en fouten worden genoemd ten aanzien van de tijdstip van het veldonderzoek: het niet uitvoeren van een nader onderzoek conform het vleermuisprotocol NGB, mogelijke verstoring van waterspitsmuis, geen vermelding van een NNN-gebied, aanwezigheid van levendbarende hagedissen, een zeer zeldzame bes, bastaard groene kikkers, kleine watersalamanders en onderzoek op parkeerplaatsen. De klachtbrief is opgenomen in de bijlage; de 24 bijlagen (72 MB) zijn bekend bij klager en adviesbureau en niet opgenomen.

2. Samengevat stelt [bureau] in zijn reactie op de klacht het volgende.
Het aantal versies van Quickscan is mede het gevolg van geuite bezwaren en de dreiging van langdurige (juridische) procedures door [klager]. Tevens maakte onduidelijkheid over de inhoud en locaties van de verschillende onderdelen van de [activiteit] aanvulling en bijstelling van de natuurtoets nodig.

De aanpassingen komen niet voort uit “het schrijven naar de mond van de opdrachtgever” maar uit het langdurig reageren op inhoudelijke punten van diverse betrokken partijen. Onze integriteit en onafhankelijkheid staat hierin wat ons betreft niet ter discussie.

Door passages uit (delen van) onder meer e-mail verkeer te halen wordt geen recht gedaan aan het totaal en worden alleen die passages aangehaald die ten gunste van de kritiekpunten van [klager] pleiten.

Wij gaan niet in op de inhoudelijke punten met betrekking tot de vermelde soorten in de klachtbrief. Het zou betekenen dat we het intensieve en langdurige proces van de zeven Quickscan-versies.
opnieuw moeten doorlopen om genoemde kritiekpunten goed te kunnen beantwoorden en weerleggen.

Het volledige verweer is opgenomen in de bijlage.

3. In reactie op het verweer verzoekt [klager] het Netwerk Groene Bureaus om [bureau] te vragen alsnog op alle aangedragen punten te reageren. Tevens bestrijdt [klager] een aantal opmerkingen van [bureau]. De volledige reactie is opgenomen in de bijlage. In reactie op het verzoek verwijst [bureau] naar de eerder gegeven reactie.

Het NGB heeft [klager] aangegeven dat het voorgenomen gesprek – onderdeel van de klachtenprocedure – dient voor een verdere toelichting en discussie.

Het gesprek
Op 11 mei 2023 werden klacht, verweer en de reactie op het verweer besproken met [klager], [bureau] en bestuur en secretaris van het Netwerk Groene Bureaus. De agenda’s van de deelnemers vanuit van [klager] in combinatie met hun wens tot voltallige aanwezigheid maakten een eerdere bijeenkomst niet mogelijk.

In het gesprek kwam het volgende naar voren.
[klager] verzoekt om opname van gesprek, waar niet toe wordt besloten om een open gesprek mogelijk te maken. [klager] meent dat het een formeel gesprek is over haar bezwaren en klachten en geen informeel gesprek. Alle deelnemers aan het gesprek benadrukken hun inzet voor bescherming en behoud van flora en fauna. [klager] tekent hierbij aan dat zij dit onbezoldigd doen op basis van vrijwilligheid. [klager] verzoekt nogmaals alle punten uit de haar klachtbrief puntsgewijs te behandelen omdat [bureau] dit in haar verweer niet heeft gedaan.

[klager], gemotiveerd door de achteruitgang van de natuur, reageert op het rumoer rond het functioneren van adviesbureaus, bijvoorbeeld in het artikel van Follow the Money (augustus 2020). [klager] wil inzicht krijgen in de werkwijze van adviesbureaus door dieper in te gaan op een case. Daarvoor is gekeken naar het advies van [bureau] maar dat had ook een andere case kunnen zijn. [klager] wil op grond van het te verkrijgen inzicht aanbevelingen doen aan het NGB-bestuur en opdrachtgevers, gericht op verbetering van de advisering met als doel een onafhankelijke, onbezwaarde advisering. [klager] gaat ervan dat er sprake is van ongewenste druk op adviesbureaus met als gevolg het teveel tegemoet komen aan de verlangens van opdrachtgevers, natuurschade en het risico van reputatieschade voor de professie van ecoloog en het NGB.

In de klacht ziet [klager] het aantal (zeven) opgestelde versies van de quickscan als teken van druk door gemeenten en opdrachtgever: steeds zijn wijzigingen aangebracht in de quickscan. [bureau] geeft aan dat dit aantal versies is ontstaan doordat [klager] vanaf het begin van de procedure voor [activiteit] in [onderzoeksgebied] voor een periode van 6 jaren’ heeft gereageerd op de inhoud van de verschillende versies van de uitgevoerde quickscan. In eerste instantie bij [bureau] zelf, daarna bij de gemeente en vervolgens bij de provincie. De bevoegde gezagen hebben per zin gekeken of de tekst juridisch waterdicht was. De tekst werd gewogen op termen als ‘ook’ en ‘dankzij’. Die zijn in juridisch opzicht niet helder genoeg. Elke verduidelijking leverde weer nieuwe vragen op. Bij deze aanpassingen is de tekst aangepast, niet de ecologische inhoud.

Een niet-juridisch ingegeven verandering vond plaats omdat de vormgeving van de [activiteit] in de loop van de tijd veranderde: aan het plangebied werd een weiland toegevoegd. Ook werden vragen gesteld over mogelijke effecten op aanwezige amfibieën zodat nader onderzoek als advies werd opgenomen. Bij het nader onderzoek bleken - conform de voorspelling in de quickscan - geen effecten op amfibieën te verwachten. Aanwezigheid van soorten betekent niet per definitie dat er een effect op die soorten zal zijn.

Deze lezing is in het antwoord van [klager] op de eerste reactie van [bureau] bestreden met het benoemen in volgorde van door bevoegd gezag gevraagde wijzigingen. Dit aan de hand van bijlagen. [klager] acht de reactie van [bureau] niet onderbouwd met verifieerbare argumenten.

In de quickscan werden bovenwettelijke maatregelen geadviseerd die provincie heeft afgewezen omdat dergelijke maatregelen de suggestie wekken dat er effect zou zijn op wettelijk beschermde soorten. Deze verandering is niet relevant omdat de Wet natuurbescherming steeds de toetssteen blijft voor de vraag of een ontheffing vereist is. [klager] geeft aan dat vanaf de eerste versie [bureau] en de provincie te hebben aangegeven dat voor de [activiteit] geen ontheffing verkregen kan worden. Niet alleen de Wnb is toetssteen, maar er dient ook gekeken te worden of andere regelgeving van invloed is, zoals het toetsen van NNN-gebied aan het bestemmingsplan.

In de klacht stelt [klager] de onafhankelijkheid van [bureau] ter discussie: [bureau] identificeert zich met de opdrachtgever en treedt in de uitwisseling met overheden ook op namens de opdrachtgever. Uit de bijlagen blijkt dat het geen discussies waren, maar aanwijzingen.

[bureau] licht toe dat de opdrachtgever vragen van bevoegd gezag krijgt en [bureau] als inhoudelijk deskundige naar voren schuift voor de beantwoording daarvan. Dat betekent niet dat ze niet onafhankelijk zijn: [bureau] werkt binnen de wettelijke kaders.
[klager] geeft aan dat is een verschil is tussen het werken binnen de grenzen (langs de rand) van wettelijke kaders en daadwerkelijk onafhankelijk en onbezwaard handelen. Uit de bijlagen blijkt dat [bureau] zich in contact met overheden identificeert met de opdrachtgever en ook namens de opdrachtgever optreedt. Dit blijkt ook uit de machtiging van [bureau] door de opdrachtgever voor aanvraag bestuurlijk rechtsoordeel. [bureau] is daarmee feitelijk spreekbuis en uitvoerder voor de opdrachtgever. Van een onafhankelijke positie is dan geen sprake meer en dat maakt een onafhankelijk en objectief advies onmogelijk, aldus [klager].

In de klacht stelt [klager] dat in versie 2 de verwijzingen naar het Natuurnetwerk Nederland (NNN) verwijderd zijn. [bureau] heeft op verzoek van het bevoegd gezag de verwijzing verwijderd; het Nationaal NatuurNetwerk is geen onderdeel van de Wet natuurbescherming en valt dan ook buiten een quickscan soorten. De provincies zijn verantwoordelijk voor het (terrestrisch deel van het) Natuurnetwerk Nederland. Een initiatiefnemer dient ervoor te zorgen dat de gevolgen voor het Natuurnetwerk onderzocht worden en de provincie dient daarop toe te zien. De initiatiefnemer is vrij het onderzoek door een ander bureau te laten uitvoeren. [bureau] is niet om een NNN-toets gevraagd, en deze toets blijkt ook niet door een ander bureau te zijn gedaan. [klager] stelt dat de gemeente volgens opgave van de provincie dient te toetsen of het initiatief in strijd is met het bestemmingsplan van het NNN-gebied (bijlage 28, mail van de provincie aan [klager]).

In het gesprek werd ingegaan op bladblazen als verstorende activiteit. Niet alle activiteiten zijn beperkt door Wet natuurbescherming; er zijn activiteiten en effecten die niet verboden zijn onder de Wet natuurbescherming.

In de klacht stelt [klager] dat kort en beperkt veldonderzoek in de winter heeft plaatsgevonden op een moment dat niet alle soorten zichtbaar zijn. Daardoor zouden zeldzame soorten zijn gemist. [bureau] geeft aan dat de quickscan een habitatbeoordeling is op grond waarvan de aanwezigheid van wettelijke beschermende soorten voorspeld wordt. Pas als de combinatie van ingreep en habitat daar aanleiding toe geeft, vindt nader onderzoek plaats, waaronder verder onderzoek naar beschikbare informatie. Pas bij het nader onderzoek is toepassing van het Vleermuisprotocol aan de orde, en niet bij de quickscan waar in de klacht vanuit gegaan wordt.
[klager] stelt dat het vleermuisprotocol al dient te worden toegepast, wanneer er mogelijk vleermuizen aanwezig zijn. Alleen al gezien het feit dat op het terrein een vleermuistoren staat, is het volgen van het protocol verplicht. Ook worden in oude quickscans van [bureau] m.b.t. dezelfde omgeving vleermuizen gemeld.

Dat niet alle voorkomende zeldzame soorten in de quickscan terugkomen, is terug te voeren op de Wet natuurbescherming: niet alle zeldzame soorten zijn wettelijk beschermd (niet onder de Wet natuurbescherming vallend of vrijgesteld).
[klager] stelt dat alle door de [klager] genoemde soorten onder de Wnb vallen. Bovendien geldt een provinciale vrijstelling niet voor sportwedstrijden en evenementen. Zie de omgevingsverordening provincie Overijsel 7.4.1.
Toelichting: de vrijstelling geldt mits het gaat om handelingen die worden verricht in verband met:
a. de uitvoering van werkzaamheden in het kader van ruimtelijke ontwikkeling en inrichting;
b. de uitvoering van werkzaamheden in het kader van bestendig beheer of onderhoud aan vaarwegen, watergangen, waterkeringen, waterstaatswerken, oevers, vliegvelden, wegen, spoorwegen of bermen, of in het kader van natuurbeheer;
c. de uitvoering van werkzaamheden in het kader van bestendig beheer of onderhoud in de landbouw of bosbouw;
d. bestendig gebruik

In de klacht wordt tevens ingegaan op de waterspitsmuis, op vleermuissoorten, op de levendbarende hagedis en op de bastaardkikker. Mogelijke effecten op deze soorten zouden zijn genegeerd. Tijdens de bijeenkomst is door [klager] aangegeven dat in de quickscan ten onrechte staat dat de levendbarende hagedis is afgesneden door de A35. Over de A35 loopt echter een ecoduct, waardoor er verbinding mogelijk is met de oostkant van de snelweg. Daarnaast mist de quickscan de aanwezigheid van meerdere windtunnels onder de N35.

Het is volgens [bureau] onzeker of de waterspitsmuis in het gebied voorkomt maar de beek lijkt als habitat geschikt. [bureau] sluit bij aanwezigheid een effect uit omdat de [activiteit] wel door de beek zou gaan maar niet via een kwetsbare oever. [klager] verwijst naar bijlage 30, Waterspitsmuis van Zoogdiervereniging, waarin de afstanden vermeld staan, v.w.b. leefgebied / foerageren. Verdere discussie laat zien dat een effect door de uiteindelijk gebruikte route echter niet volledig uit te sluiten is. Tijdens de [activiteit] in 2022 blijkt de kwetsbare oever doorkruist te zijn voor het transport van groot materieel.

Op vleermuissoorten verwacht [bureau] geen effect: grootoorvleermuizen zijn in oktober niet meer aanwezig en de watervleermuis overwintert bovenin de aanwezige vleermuistoren waardoor geen effect te verwachten is. Aanwezigheid van een soort betekent niet per definitie dat er een effect op die soort zal zijn. [klager] reageert dat het veldonderzoek in de winter plaatsvond, terwijl de [activiteit] plaatsvindt in de eerste week van oktober. Dit is in de paarperiode van de grootoorvleermuis.
De stelling dat de grootoorvleermuis al vertrokken zou zijn, is onjuist. De winterverblijfplaats van deze soort is ook vastgesteld in de vleermuistoren. [klager] verwijst naar bijlage 14, rapport Vos, ‘Effectenbeoordeling Wnb [onderzoeksgebied]’ en Monitoringrapport Natuurinclusief. Waarom heeft [bureau] dit niet opgevraagd?

[klager] stelt in zijn klacht dat de levendbarende hagedis het plangebied kan bereiken via een aanwezig ecoduct. [bureau] is uitgegaan van informatie van de beheerder dat levendbarende hagedissen niet in het gebied voorkomen. De snelweg is een barrière die niet wordt opgeheven door het ecoduct. [klager] acht deze argumentatie niet onderbouwd. Het ecoduct is juist aangelegd, zodat soorten zich kunnen verspreiden. [klager] wijst er nogmaals op dat de quickscan ten onrechte aanneemt dat de levendbarende hagedis is afgesneden door de A35. Niet alleen vanwege de aanwezigheid van het ecoduct, maar ook door het bestaan van verschillende wildtunnels onder de N35.

De voorkomende bastaardkikker is een soort op de provinciale lijst van vrijstellingen: de provincie heeft geoordeeld dat de soort een goede provinciale staat van instandhouding heeft. Een ontheffing is voor deze soort daarom niet vereist. [klager] stelt dat er volgens de omgevingsverordening van provincie geen vrijstellingen van toepassing zijn bij evenementen. De jurisprudentie over de reikwijdte van de omgevingsverordening is echter nog in ontwikkeling.

In de klacht geeft [klager] aan dat niet alle lokaal aanwezige data zijn gebruikt. [bureau] geeft aan dat landelijke, provinciale en regionale verspreidingsinformatie is gebruikt, zoals de Nationale Databank Flora en Fauna. Lokale informatie is in het stadium van een quickscan lastig te achterhalen, zo zijn de vrijwilligers en andere bronnen voor informatie niet via de NDFF bekend vanwege privacywetgeving. De suggestie van [klager] om de gemeente bij een quickscan een oproep te laten doen om lokale data aan te leveren, heeft voor de initiatiefnemer als consequentie dat in het gebied een discussie ontstaat in een stadium dat nog niet duidelijk kan zijn of / welke gevolgen een initiatief zal hebben.
[klager] vraagt zich af waarom [bureau] niet in ieder geval de rapporten van Natuurinclusief heeft opgevraagd over de observaties in en rondom de vleermuistoren en ook niet uitgebreid heeft gesproken met de terreinbeheerder. Dit heeft er bijvoorbeeld toe geleid dat [bureau] niet bekend is met het heideveldje, waar de zeldzame bes voorkomt.

[bureau] vindt dat de veelal juridisch ingegeven discussies over quickscans afleiden van ecologisch te behalen resultaten: de energie zou moeten gaan naar verbetermogelijkheden voor de natuur. Dat is juist wat [bureau] motiveert voor zijn onderzoek.

[klager] onderschrijft het tijdens het overleg door [bureau] naar voren gebrachte streven naar focus op natuurbehoud en natuurverbetering. Tegelijkertijd ziet de [klager] in het proces rond de totstandkoming van de quickscan dat [bureau] en de betrokken overheden veel aandacht besteden aan het zich juridisch indekken tegen een eventueel bezwaar, terwijl veel problemen hadden kunnen worden voorkomen door meer aandacht te besteden aan het inwinnen van meer lokale informatie. Ook vraagt [klager] zich af welke concrete verbeteringen de 7 quickscans voor de natuur hebben opgeleverd.

[klager] onderschrijft het belang van een sterke brancheorganisatie voor ecologisch onderzoek en advies. Eventuele aanbevelingen die voortkomen uit dit gesprek, worden kortgesloten met het Netwerk Groene Bureaus. Beide organisaties hebben hetzelfde belang: een goede uitvoering van onderzoek en advisering.

De klacht
De klacht
· heeft betrekking op niet-naleving van de NGB-gedragscode;
· is ingediend door een belanghebbende;
· is niet onredelijk laat ingediend en
· voldoet aan de indieningseisen van de klachtenprocedure.
Daarmee is de klacht ontvankelijk.

Bestuursbesluit
Het bestuur constateert dat:
• de wijzigingen in de opeenvolgende versies van de quickscan veroorzaakt zijn door
o de behoefte om de teksten juridisch te verduidelijken,
o opgetreden wijzigingen in de planvorming te verwerken en
o in de quickscan reeds getrokken conclusies te toetsen (effecten op amfibieën);
• geen andere aanpassingen ten aanzien van de uitgevoerde quickscan hebben plaatsgevonden;
• bij advisering door adviesbureaus wijzigingen in teksten (binnen de vereisten van de Wet natuurbescherming) na gesprekken met bevoegde gezagen standaardpraktijk is en daarom
geen aanwijzingen zijn geconstateerd die de onafhankelijkheid van [bureau] in twijfel trekken en
• de door de klager veronderstelde druk vanuit de opdrachtgever niet is aangetoond dan wel gebleken;
• [bureau] zich heeft gehouden aan de eisen die aan een quickscan soorten worden gesteld: uitspraken zijn gedaan over (èn beperkt tot) in het plangebied voorkomende soorten die beschermd zijn onder de Wet Natuurbescherming;
• in de klacht genoemde tekortkomingen over mogelijke effecten op een aantal genoemde soorten niet terecht zijn met uitzondering van een mogelijk effect op de waterspitsmuis;
• in het stadium van een quickscan het gebruik van alle lokaal aanwezige data wenselijk zou zijn maar in de huidige werkwijze niet praktisch mogelijk is en dat
• alle betrokkenen ([klager], [bureau] en het Netwerk Groene Bureaus) eenzelfde belang nastreven: een goede uitvoering van onderzoek en advisering.

Het bestuur adviseert [bureau]:
o bij nieuwe versies van een rapport aan te geven waarom verandering zijn aangebracht zodat derden inzicht in het verloop van het proces kunnen krijgen;
o rapporten die nog in bespreking te zijn te presenteren als ‘concept’ en niet als ‘definitief’ wat de suggestie wekt dat het rapport een formeel vastgestelde tekst is;
o het bevoegd gezag te ondersteunen door opdrachtgevers te wijzen op provinciale vereisten ten aanzien van het provinciale Natuurnetwerk Nederland en
o een cursus ‘juridisch waterdicht formuleren’ te initiëren/volgen, met als doel verlies aan ecologische denkkracht door discussie over juridische formuleringen te voorkomen.

Het bestuur vraagt [klager] het bestuursbesluit ter kennis te brengen van partijen waaraan [klager] de klachtbrief heeft toegestuurd in het kader van de discussie over een bestemmingsplanwijziging voor het [onderzoeksgebied].

Het bestuur besluit het volgende:
1. de klacht over onafhankelijkheid van [bureau] is onterecht;
2. de klacht over ecologisch-inhoudelijke tekortkomingen van de quickscan (w.o. veldonderzoek in winter, effecten op vleermuissoorten, levendbarende hagedis, kleine watersalamander en bastaardkikker) en een onvoldoende gebruik van lokale data is onterecht;
3. de klacht over mogelijke effecten op waterspitsmuis is terecht: een effect op deze soort is niet uit te sluiten;
4. voorafgaand aan de komende [activiteit] is een nadere analyse nodig van de aanwezigheid en mogelijke effecten op de waterspitsmuis, en indien nodig, nader onderzoek naar de waterspitsmuis dan wel de zekerstelling dat de [activiteit] de habitat van deze soort vermijdt;
5. [bureau] dient de noodzaak van een nadere analyse van de aanwezigheid en mogelijke effecten op de waterspitsmuis, en indien nodig, de noodzaak tot nader onderzoek naar de waterspitsmuis, te melden bij de opdrachtgever en de gemeente;
6. [bureau] dient [klager] en het bestuur van het Netwerk Groene Bureaus te informeren over de uitkomsten van de genoemde nadere analyse dan wel de zekerstelling dat de [activiteit] de habitat van deze soort vermijdt.

Het bestuur verbindt geen verdere sancties aan dit besluit aangezien aanwijzingen voor een structureel karakter van de geconstateerde tekortkomingen ontbreken.

Bekendmaking
Het staat de partijen vrij bekendheid te geven aan de uitspraken van het bestuur van het Netwerk Groene Bureaus. De ontvangen klacht en het bestuursbesluit naar aanleiding van deze klacht worden gepubliceerd op de website van het Netwerk Groene Bureaus. Publicatie zal plaatsvinden in anonieme vorm waardoor de klacht en maatregelen niet te herleiden zijn tot de indiener van de klacht en tot het betreffende bureau.

Mogelijkheid voor bezwaar
Partijen kunnen tegen deze beslissing van het bestuur in beroep gaan bij de Klachtencommissie. Het beroep dient binnen zes weken na verzending van deze beslissing bij de Klachtencommissie te worden ingediend. De Klachtencommissie is te bereiken via secretariaat@netwerkgroenebureaus.nl.

Bijlagen
Opgenomen:
Klacht over [bureau] m.b.t. natuuronderzoek [onderzoeksgebied] 15 dec 2022
Reactie op klacht [klager] van [bureau] 13 feb 2023
Reactie [klager] op verweer [bureau] plus bijlagen. 28 feb 2023

Niet opgenomen wegens de tekstomvang: 24 bijlagen bij de klacht

22
Bestuursbesluit Netwerk Groene Bureaus naar aanleiding van de klacht dd. 28 juni 2022 van de [klager] over [bureau]
17 sept 2023

Het Netwerk Groene Bureaus (NGB) ontving op 28 juni 2022 een klacht van de [klager] over rapporten van [bureau] t.b.v. het [evenement] in [locatie]: de notitie Veldbezoek [onderzoeksgebied] en 'Natuurtoets [evenement] 2022 te [locatie]. De beide rapportages zouden niet voldoen aan de doelen waarvoor de rapportages zijn opgesteld. Op 12 augustus 2022 ontving het NGB de reactie van [bureau] op de klacht. Het NGB-bestuur initieerde een gesprek tussen beide partijen op 10 november 2022. De klacht, het verweer en het gesprek vormen de basis voor dit bestuursbesluit. De klacht en reactie zijn opgenomen in de bijlage.

Klacht en verweer
Samengevat stelt de klager het volgende over de rapportages.
• Uit de Natuurtoets 2022 (en ook uit eerdere natuurtoetsen t.b.v. [evenement]) blijkt op geen enkele wijze dat [bureau] zich heeft afgevraagd of medegebruik als festivalterrein schadelijk zou kunnen zijn voor het behalen van natuurontwikkelingsdoelen in het NNN-gebied, hoewel de provincie dit eist in de Interim Omgevingsverordening en ook in eerdere beleidsstukken die zien op dit onderwerp. Uit geen enkele natuurtoets van 2022 of eerder blijkt dat [bureau] uitgezocht heeft welke aandachtssoorten en Rode Lijstsoorten voorkomen in het [onderzoeksgebied], hoewel de provincie ook dit van initiatiefnemers eist.
• In de rapportages wordt niet duidelijk welke stroomdalgraslandsoorten en Rode Lijstsoorten door [bureau] gezien zijn, waar deze voorkomen en in welke hoeveelheden. Stippenkaarten zijn niet beschikbaar.
• Onterecht wordt de vegetatie geclassificeerd als Kamgrasweide. Uit de vegetatieopnamen en de soortverspreidingskaartjes blijkt dat droog stroomdalgrasland aanwezig is.
• Schade door rijplaten en verlies aan microreliëf is niet voorkomen.
• De Notitie Veldbezoek van [bureau] is buitengewoon slecht onderbouwd, gaat niet in op de argumenten en bezwaren die eerder verwoord zijn in het rapport over [evenementen] en de zienswijze die is ingediend door [organisatie]. Het stuk lijkt geschreven door iemand die wat vegetatie betreft van toeten noch blazen weet of – dat zou nog veel kwalijker zijn – uit is op het frauduleus produceren van een document met behulp waarvan voldaan kan worden aan de wensen van de opdrachtgever.

Samengevat stelt [bureau] In zijn reactie op de klacht het volgende.
• Het onderzoek op verzoek van de festivalorganisatie had als doel om te bepalen of, en zo ja welke maatregelen genomen kunnen worden om schade aan de wezenlijke kenmerken en waarden van het NNN te voorkomen. De indiener van de klacht verwachtte onterecht een uitgebreide vegetatiekartering, effectenanalyse en reactie op zijn zienswijzen/eerder uitgevoerde onderzoeken.
• In de notitie zijn fouten in plantensoorten gemaakt, met name als gevolg van de hoge tijdsdruk waaronder het werk is uitgevoerd. In toekomstige gevallen zal [bureau] zich zeker beraden of een opdracht met dergelijk tijdspad moet worden uitgevoerd, zonder dat echter op voorhand uit te sluiten. De gemaakte fouten hebben de conclusies echter niet beïnvloed. De meeste soorten bevinden in de delen waarvan is geadviseerd deze niet te betreden.
• De vegetaties in het plangebied zijn niet vegetatiekundig geclassificeerd. Een onderscheid is gemaakt in de percelen stroomdalgrasland en kamgrasland omdat de percelen daar kenmerken van hadden en zich van elkaar onderscheidden, relevant voor de te nemen maatregelen.
• Als onderdeel van de maatregel ‘gebruik van rijplaten’ zou ter verduidelijking het gebruikelijke ‘vooraf hooien’ opgenomen moeten zijn.
• De delen met de meeste molshopen zijn niet betreden of geëgaliseerd waardoor het meeste micro reliëf onaangetast blijft. Het is vanuit het NNN beschermingsregime niet mogelijk om elke molshoop te beschermen.
• De conclusie dat schade aan het NNN niet zal optreden, betekent niet dat er geen negatieve effecten kunnen optreden, maar dat dit niet leidt tot aantasting van de wezenlijke kenmerken en waarden.

Het gesprek
Op 10 november 2022 werden klacht en verweer besproken door de [klager], [bureau] en twee bestuursleden en secretariaat van het Netwerk Groene Bureaus.

In het gesprek zijn klacht en weerwoord doorgesproken. Daarbij constateren alle deelnemers dat er geen sprake is van frauduleus werken, maar wel dat de rapportage onvoldoende zorgvuldig is: data ontbreken en beschikbare data en referenties zijn niet opgenomen.

[bureau] geeft aan dat van tevoren het risico is onderkend dat de rapportage tekort zou schieten in dit korte tijdsbestek waarin dit onderzoek gedaan moest worden: de vraag welke maatregelen de schade zouden beperken, werd laat gesteld. Het onderzoek is toch uitgevoerd; niet vanwege druk van de opdrachtgever maar uit eigen overweging. Afgelasting van het festival op een termijn van twee weken vanwege alleen tijdsdruk op het onderzoek zou een zeer grote consequentie voor bezoekers en organisatie zijn en tot onbegrip leiden, ook ten koste van draagvlak voor het natuurbeleid. Maar bovenal was [bureau] ervan overtuigd dat effectieve maatregelen mogelijk waren om overtreding van natuurwetgeving te voorkomen. Dit mede op basis van het feit dat ondanks het gebruik als festival in eerdere jaren er nog steeds sprake is van de gewenste vegetaties inclusief de bijzondere soorten. Het risico van een onvolledige rapportage/ verantwoording is daarbij voor lief genomen.

De bescherming op basis het NNN-beleid voor het gebied is onduidelijk. De Interim Omgevingsverordening van de provincie geeft geen duidelijkheid over de locaties van te beschermen vegetatietypen; het is aan de ecoloog om te bepalen welk type aanwezig is. Deskundigen verschillen van inzicht voor wat betreft de classificatie van vegetatietypen en de effecten van ingrepen op de vegetatie ter plekke en op de ontwikkeldoelen voor de vegetatie. Stroomdalgrasland is kwetsbaar maar sommige deskundigen onderscheiden het ruige type stroomdalgrasland dat vertrapping kan doorstaan; dit vegetatietype is juist wat gebaat bij dynamiek/openheid van de zode. De effecten (vertrapping van de vegetatie en verdichting van de bodem) van het festival op ontwikkeldoelen van de NNN, en ook de significantie daarvan, zijn dan ook niet eenduidig te bepalen, ook al omdat het autonome ontwikkelpad van de vegetatie naar de ontwikkeldoelen van de NNN moeilijk te voorspellen is.

De klacht
De klacht
· heeft betrekking op niet-naleving van de NGB-gedragscode;
· is ingediend door een belanghebbende;
· is niet onredelijk laat ingediend en
· voldoet aan de indieningseisen van de klachtenprocedure.
Daarmee is de klacht ontvankelijk.

Bestuursbesluit
Het bestuur constateert dat [bureau]
• de geconstateerde fouten ten aanzien van het voorkomen van plantensoorten erkent;
• voorafgaand aan het onderzoek het risico op de tekortkomingen expliciet heeft afgewogen tegen de maatschappelijke consequenties van het niet uitvoeren van het onderzoek (afgelasten van een festival op een termijn van twee weken) en
• het voornemen heeft bij onderzoeksvragen met hoge tijdsdruk nadrukkelijker de afweging te maken met de benodigde kwaliteit van de rapportage / verantwoording en dat
• een betere uitvoering en verantwoording van het onderzoek niet tot andere conclusies zou hebben geleid

Het bestuur vraagt [bureau]
• de afweging tussen kwaliteit van uitvoering en verantwoording van onderzoek enerzijds en het (maatschappelijk) belang van projecten anderzijds zorgvuldig te (blijven) maken om (beeldvorming over) onafhankelijkheid van advisering niet in gevaar te brengen en
• in de afweging in principe de kwaliteit van uitvoering en verantwoording van onderzoek primair te stellen.

Het bestuur verbindt geen verdere sancties aan dit besluit aangezien aanwijzingen voor een structureel karakter van de geconstateerde tekortkomingen ontbreken.

Bekendmaking
Het staat de partijen vrij bekendheid te geven aan de uitspraken van het bestuur van het Netwerk Groene Bureaus. De ontvangen klacht en het bestuursbesluit naar aanleiding van deze klacht worden gepubliceerd op de website van het Netwerk Groene Bureaus. Publicatie zal plaatsvinden in anonieme vorm waardoor de klacht en maatregelen niet te herleiden zijn tot de indiener van de klacht en tot het betreffende bureau.

Mogelijkheid voor bezwaar
Partijen kunnen tegen deze beslissing van het bestuur in beroep gaan bij de Klachtencommissie. Het beroep dient binnen zes weken na verzending van deze beslissing bij de Klachtencommissie te worden ingediend. De Klachtencommissie is te bereiken via secretariaat@netwerkgroenebureaus.nl.

Bijlagen
Klacht en verweer

21
Bestuursbesluit naar aanleiding van de anonieme klacht over een Natuurtoets van [bureau]
6 juli 2023

Het Netwerk Groene Bureaus (NGB) ontving op 20 dec 2022 een anonieme klacht over een Natuurtoets van [bureau].

De klachtenprocedure staat open voor anonieme klachten. Bij anonieme klachten is de indiener van de klacht bekend bij het secretariaat maar niet bij het bestuur of het betreffende bureau. De mogelijkheid van anonieme klachten wordt geboden om de klachtenprocedure laagdrempelig te houden en zo maximaal te profiteren van feedback op producten van NGB-leden, van belang omdat de waarde van het NGB-lidmaatschap mede wordt bepaald door de (perceptie van de) kwaliteit van de producten van NGB-leden.

De klacht is 21 december 2022 voorgelegd aan [bureau]; het verweer van [bureau] werd op 13 februari 2023 ontvangen. Het NGB-bestuur initieerde een gesprek met [bureau] op 19 juni 2023 over de klacht en het weerwoord. Door wisselingen binnen het NGB-bestuur was de periode tussen de ontvangst van het weerwoord en het gesprek langer dan gebruikelijk.

Klacht en verweer
De klager geeft aan dat de in de Natuurtoets geconstateerde afwezigheid van (potentiële) nestlocaties van de huismus afwijkt van onderzoek op dezelfde locatie waarbij nesten zijn geconstateerd. De indruk van onzorgvuldig onderzoek door [bureau] wordt versterkt door de opgenomen foto's die van achter een hek (lijken te) zijn genomen. De onderzochte ingreep heeft, uitgaande van de Natuurtoets, uiteindelijk geleid tot vernietiging van de nestlocaties.

Samengevat stelt [bureau] in zijn reactie op de klacht het volgende.
Op de locatie vonden meerdere werkzaamheden plaats. Het ecologisch onderzoek van [bureau] betrof alleen de graafwerkzaamheden. Het genoemde eerdere rapport over de locatie betreft het amoveren van opstallen in een later stadium door derden.

De toets is uitgevoerd op basis van een te vergraven gebied, waarbij niets aangepast zou worden aan de casco van de gebouwen. Het onderzoek is beperkt tot het inspecteren van het terrein en het inschatten van de gevolgen van die werkzaamheden wat van buiten de hekken goed mogelijk is.

In de Natuurtoets is aangegeven dat nesten zijn gezocht binnen een straal van 75 meter wat echter alleen geldt voor vogelsoorten met een verstoringsafstand van 75 meter. De verstoringsafstand voor de huismus is enkele meters rondom de ingreep en binnen die straal is de aanwezigheid van potentiële broedlocaties van huismussen dan ook beoordeeld. Deze toelichting op de verstoringsafstand van de huismus ontbreekt in de natuurtoets. Tevens is het plangebied kadastraal ingetekend op het gehele terrein terwijl de getoetste werkzaamheden slechts de graafwerkzaamheden betrof waarbij grote delen van het terrein niet benaderd en/of verstoord zouden worden. Deze beperking had op betere wijze in de natuurtoets omschreven kunnen worden, wat echter niet tot een andere conclusie zou hebben geleid.

Het is bij ons niet bekend door welke partij de betreffende kabelgoot is verwijderd. Indien bekend was geweest dat het verwijderen van de kabelgoot onderdeel was van de scope, dan hadden we aangegeven dat de toetsing aangepast had moeten worden en waarschijnlijk geconcludeerd dat er alsnog een bezoek op het terrein had moeten plaatsvinden.
Bij het veldbezoek zijn de huismussen en verblijven niet waargenomen, maar deze zouden (in het geval ze wel waren gezien) benoemd zijn, maar uit de scope van onze toets komen als “geen negatief effect”. In onze scope stond de aantasting die heeft geleid tot de mogelijke overtreding dus niet. We kunnen ons er daardoor ook niet verantwoordelijk voor voelen. Het is bijzonder jammer dat deze overtreding kennelijk heeft plaatsgevonden, en het ligt zeker niet in onze lijn om huismussen bewust niet te melden of toe te laten dat een klant van ons een overtreding begaat.

Wij nemen als leerpunt mee dat wij de beschrijving van de scope van de beoogde activiteiten en daaraan gerelateerd onderzoek beter vastleggen in onze natuurtoetsen.

Het volledige verweer is opgenomen in de bijlage.

Het gesprek
Op 19 juni 2023 zijn de klacht en weerwoord besproken door NGB-bestuursleden en vertegenwoordigers van [bureau], een onderaannemer en de secretaris van het NGB. In het gesprek kwam het volgende naar voren.

De scope is in de Natuurtoets niet correct beschreven door wijzigingen in de opdracht bij de aanvang van het onderzoek. De incorrecte scope maakt de klacht begrijpelijk. [bureau] onderkent en erkent deze omissie en heeft dit als leerpunt besproken in overleggen binnen [bureau] van ecologen en projectleiders.
Bij de interne kwaliteitscontrole van [bureau] is deze omissie niet opgemerkt. [bureau] hanteert het vier-ogen-systeem waarbij een tweede ecoloog de rapportage beoordeeld. De verdere interne kwaliteitscontrole bestaat uit de controle door projectmanager en projectleider of de vraag van de opdrachtgever beantwoord is. Beiden hebben geen ecologische achtergrond. De projectmanager heeft de formulering van de scope in de rapportage niet expliciet beoordeeld en is uitgegaan van de scope zoals besproken in de frequente contacten met de opdrachtgever waardoor de verschillen in scope niet zijn opgemerkt.

De natuurtoets is uitgevoerd en gerapporteerd door de onderaannemer van [bureau]. Bij het opstellen van het rapport is de veldwerker onvoldoende betrokken waardoor weergave van de scope in het rapport niet gecorrigeerd is. Op basis van dit leerpunt stelt nu de veldwerker zelf het onderzoeksrapport op, met binnen de onderaannemer een tweede lezer. Na oplevering aan [bureau] wordt het vier-ogen-principe toegepast, met als extra lezer een ecoloog van [bureau]. De onderaannemer gebruikt de constateringen van de ecoloog om van te leren.

De tekortkomingen in de Natuurtoets zijn eerder gesignaleerd; de genoemde overleggen binnen [bureau] en aanpassingen in de werkwijze van de onderaannemer hebben al enige tijd geleden plaatsgevonden.

De klacht
De klacht
· heeft betrekking op niet-naleving van de NGB-gedragscode;
· is ingediend door een belanghebbende;
· is niet onredelijk laat ingediend en
· voldoet aan de indieningseisen van de klachtenprocedure.
Daarmee is de klacht ontvankelijk.

Bestuursbesluit
Het bestuur constateert dat
• de Natuurtoets tekort schiet ten aanzien van de weergave van de scope en de uitgangspunten voor verstoringsafstanden van de huismus;
• uitspraken zijn gedaan die niet passen bij het feitelijk uitgevoerde onderzoek naar de huismus (enkele meters rondom de ingreep), nl. de ongeschiktheid van bebouwing in een straal van 75 meter als broedlocatie voor huismus, gierzwaluw, kerkuil en slechtvalk;
• geen aanleiding bestaat de kwaliteit van het onderzoek op basis van de feitelijke scope in twijfel te trekken;
• de weergave van de scope de vragen van de klager rechtvaardigt;
• de onduidelijkheid in de scope en gedane uitspraken ook bij een opdrachtgever kan leiden tot verkeerde conclusies ten aanzien van de ontheffingplicht van een activiteit, en daarmee tot overtreding van de Wet natuurbescherming
en dat
• [bureau] de omissie onderkent en als leerpunt heeft besproken binnen de organisatie;
• de onderaannemer als uitvoerder van de Natuurtoets zijn werkwijze heeft aangepast waardoor
• in toekomstige natuurtoetsen een dergelijke omissie niet te verwachten valt.

Het bestuur vraagt [bureau] en de onderaannemer alert te blijven op dit soort omissies in natuurtoetsen en de aanpassingen in werkwijze te blijven handhaven.

Het bestuur verbindt geen sancties aan dit besluit aangezien aanwijzingen voor een structureel karakter van de geconstateerde tekortkomingen ontbreken.

Bekendmaking
Het staat de partijen vrij bekendheid te geven aan de uitspraken van het bestuur van het Netwerk Groene Bureaus. De ontvangen klacht en het bestuursbesluit naar aanleiding van deze klacht worden gepubliceerd op de website van het Netwerk Groene Bureaus. Publicatie zal plaatsvinden in anonieme vorm waardoor de klacht en maatregelen niet te herleiden zijn tot de indiener van de klacht en tot het betreffende bureau.

Mogelijkheid voor bezwaar
Partijen kunnen tegen deze beslissing van het bestuur in beroep gaan bij de Klachtencommissie. Het beroep dient binnen zes weken na verzending van deze beslissing bij de Klachtencommissie te worden ingediend. De Klachtencommissie is te bereiken via secretariaat@netwerkgroenebureaus.nl.

Bijlagen
Verweer

20
Bestuursbesluit Netwerk Groene Bureaus naar aanleiding van de klacht dd. 12 november 2021 van [klager] over [bureau]

27 feb 2023

Het Netwerk Groene Bureaus (NGB) ontving op 12 november 2021 een klacht van [klager] over [bureau]. Op 2 december 2021 ontving het NGB van [bureau] het verweer op de klacht.
In het verweer werd onder meer de ontvankelijkheid van de klacht bestreden. Het bestuur van het NGB heeft daarop de ontvankelijkheid toegelicht.

Het NGB-bestuur initieerde op 25 jan 2022 een (digitaal) gesprek tussen [klager] - vergezeld van een deskundige - en de directeur en een medewerker van [bureau]

Klacht en verweer
De klacht van [klager] is - samengevat - dat [bureau]
1. zich niet onafhankelijk en objectief heeft opgesteld in het kader van de Wet natuurbescherming;
2. betrokkenen heeft proberen te beïnvloeden om zo een ontheffing er door te drukken;
3. deskundigen in een kwaad daglicht heeft geplaatst;
4. waarnemingen van de veldspitsmuis en de grote bosmuis als mogelijk frauduleus heeft bestempeld;
5. de suggestie heeft gevoed dat de leefgebieden van de grote bosmuis en veldspitsmuis nagenoeg overeen zouden komen.

In zijn verweer bestrijdt [bureau] de ontvankelijkheid van de klacht, acht de verwijten niet aannemelijk, mist concretisering, acht het benoemen van vermoedens niet verwijtbaar en geeft aan dat eenmalig een gesprek is gevoerd met de betreffende deskundige op het gebied van de veldspitsmuis.

Gesprek
In het gesprek zijn klacht en verweer toegelicht. Daarbij is de klager ook ingegaan op andere adviezen en werkzaamheden van [bureau] dan de ontheffingprocedure waarop de klacht betrekking heeft, waarbij de deskundigheid van [bureau] in twijfel werd getrokken. In het gesprek was vanwege verandering van werkkring van de projectleider een (objectieve) reconstructie van de werkzaamheden, en daarmee hoor en wederhoor, niet mogelijk. In het gesprek werden klacht en verweer gehandhaafd.

Ontvankelijkheid van de klacht
De klacht
• heeft betrekking op niet-naleving van de NGB-gedragscode;
• is ingediend door een belanghebbende;
• is niet onredelijk laat ingediend en
• voldoet aan de indieningseisen van de klachtenprocedure.

Daarmee is de klacht ontvankelijk.

Bestuursbesluit
Het bestuur constateert dat [bureau]
1. het gesprek met collega-deskundigen te zeer uit de weg is gegaan. Hoewel in (de nazorg van) een adviestraject de mogelijkheden om met derden te communiceren beperkt zijn, dient voldoende communicatie plaats te vinden om aangeboden kennis op waarde te kunnen schatten en zonodig te gebruiken. Niet alleen voor de inhoudelijke kwaliteit van het advies maar ook voor draagvlak voor het werk van ecologische adviesbureaus en voor het draagvlak voor het betreffende advies wat van belang is voor de uitvoering van het betreffende project en daarmee voor de opdrachtgever;
2. door waarnemingen van een derde, onafhankelijke deskundige te presenteren met als toelichting "ik krijg het idee dat het hier vooral om dwarsbomen van plannen gaat, of in ieder geval het rekken van het proces" en “Echter, de waarnemingen kunnen ook in het NDFF Uitvoerportaal of een andere database (waarneming.nl bijv.) ingevoerd zijn door [in WOB document zwart gemaakt], of elk willekeurig geautoriseerd persoon, om de voorgenomen plannen te dwarsbomen”, suggereert dat waarnemingen zouden zijn ingebracht met als doel te misleiden, zonder een wederhoor van de deskundige die de waarneming heeft gedaan en daarmee de integriteit van deze deskundige in twijfel trekkend.
3. inmiddels besloten heeft de omgang met externe deskundigen expliciet te benoemen in zijn ‘gedragscode integriteit’ en dat [bureau] betreurt dat de deskundige zich gekrenkt voelt door een passage uit een persoonlijk mailcontact van [bureau]. Het bestuur stelt dit op prijs.

Het bestuur constateert tevens dat de huidige stand van de kennis suggereert dat de
grote bosmuis als minder kritische soort overlappende habitateisen heeft met de Veldspitsmuis die als kritische soort zeer specifieke eisen stelt. Op dit punt stelt het bestuur de klager in het ongelijk.

Het geheel overziend besluit het bestuur dat [bureau]
• onvoldoende heeft voldaan aan de NGB-gedragscode: "De leden gaan kritiek door collega-deskundigen niet uit de weg en zoeken zonodig actief discussie om de eigen inzichten én die van collega’s te verdiepen."
• de integriteit van een collega-deskundige ongefundeerd in twijfel heeft getrokken.

Het bestuur vraagt [bureau]
1. de betrokken onafhankelijke deskundige te informeren over dit bestuursbesluit;
2. de wijze van communiceren met externe deskundigen expliciet te formuleren door hiervoor een interne richtlijn op te stellen en
3. het bestuur te informeren over de uitkomst van beide acties.

Het bestuur verbindt geen verdere sancties aan de bevindingen bij deze klacht aangezien aanwijzingen voor een structureel karakter van de geconstateerde tekortkomingen ontbreken.

Bekendmaking
Het staat beide partijen vrij bekendheid te geven aan de uitspraken van het bestuur van het Netwerk Groene Bureaus. De ontvangen klacht en het bestuursbesluit naar aanleiding van deze klacht worden gepubliceerd op de website van het Netwerk Groene Bureaus. Publicatie zal plaatsvinden in anonieme vorm waardoor de klacht en maatregelen niet te herleiden zijn tot de indiener van de klacht en tot het betreffende bureau.

Mogelijkheid voor bezwaar
Beide partijen kunnen tegen deze beslissing van het bestuur in beroep gaan bij de Klachtencommissie. Het beroep dient binnen zes weken na verzending van deze beslissing bij de Klachtencommissie te worden ingediend. De Klachtencommissie is te bereiken via secretariaat@netwerkgroenebureaus.nl.

Bijlagen (niet opgenomen)
Bijlage 1: klacht van [klager]
Bijlage 2: verweer van [bureau]
Bijlage 3: toelichting op de ontvankelijkheid van de klacht
Bijlage 4: de klachtenprocedure van het Netwerk Groene Bureaus

19
Bestuursbesluit Netwerk Groene Bureaus naar aanleiding van de klacht van [klager] over [bureau]
14 okt 2022

Het Netwerk Groene Bureaus (NGB) ontving op 12 jan 2022 een klacht van [klager] over een Ecologische quickscan van [bureau]. Op 10 maart 2022 ontving het NGB de reactie van [bureau] op de klacht. Het NGB-bestuur initieerde een gesprek tussen beide partijen op 22 juni 2022. De klacht, het verweer en het gesprek vormen de basis voor dit bestuursbesluit. De klacht en reactie zijn opgenomen in de bijlage.

Klacht en verweer
De klager heeft zijn bewaren tegen de quickscan op hoofdlijnen in de klacht geformuleerd en in het betreffende rapport zelf verder uitgewerkt en toegelicht.

Samengevat stelt de klager het volgende over de quickscan.
De quickscan is ondeskundig, onzorgvuldig, onvolledig, slordig en op veel punten aantoonbaar onjuist. De quickscan lijkt als doel te hebben om geen bezwaren op te werpen voor de aanleg van de mountainbike route. Teksten lijken te zijn gekopieerd uit andere toetsen en bij elkaar geplaatst tot een onsamenhangend geheel, waarin veel fouten zitten.

De quickscan is inhoudelijk met name op de onderstaande punten aantoonbaar onjuist. Er staat ‘Voorkomen dat door kwetsbaar habitat wordt gegaan’ en ook ‘Routes lopen niet door reptielenhabitat’ terwijl de route op veel plekken dwars door het leefgebied (vaste rust- en verblijfplaatsen) van beschermde amfibieën en reptielen loopt. De aanleg vond plaats in november 2021 en niet, zoals in de quickscan aangegeven, in de vroege zomer of het najaar. De route wordt bij aanleg niet ‘vrijgemaakt’ maar uitgegraven waarbij dieren in winterslaap mogelijk worden verstoord en gedood. De uitgegraven grond wordt op de randen van de paden neergelegd, waarbij de mogelijkheid bestaat dat dieren levend worden begraven voor zover ze zich op die locaties onder de strooisellaag bevinden.

Het ontbreekt de opsteller van de quickscan aan kennis over de levenswijze van amfibieën en reptielen. Ten onrechte wordt niet aangegeven dat nader onderzoek nodig is.

Samengevat stelt [bureau] In zijn reactie op de klacht het volgende.
In de rapportage hebben wij niet de beste kant van ons kunnen getoond. We zien op onderdelen in dat een aantal van onze redenaties achteraf bezien niet juist waren, waardoor onterecht geen vervolgtraject (waaronder voortoets en ontheffingsaanvraag) in gang is gezet. Dit raakt aan de kern van onze dienstverlening, dus wij nemen dit zeer serieus op. Voor de toekomst zetten wij diverse stappen teneinde de kwaliteit van onze dienstverlening en rapportages te verhogen.

In dit project heeft de opdrachtgever de ingreep gewijzigd dan wel op een andere wijze uitgevoerd dan aangegeven. De uitgangspunten bij de uitvoering van de ecologische quickscan zijn dus na oplevering van het rapport veranderd. Een aantal opmerkingen van [klager] zijn daarmee, hoewel wellicht terecht, niet van toepassing op de beoordeling die wij gedaan hebben.

Bij enkele delen van het plangebied die dicht langs ‘geschikt habitat’ liggen, is geadviseerd om een ecoloog nader te laten bepalen of een overtreding aan de orde is. (...) We hadden de geadviseerde aanvullende beoordeling beter direct in de quickscan kunnen uitvoeren, en niet door een aanvullende beoordeling te adviseren.

Voor de gebruiksfase is beoordeeld of het redelijkerwijs is uit te sluiten dat verbodsbepalingen worden overtreden. We concluderen achteraf dat we dit zeker bij bepaalde segmenten kritischer hadden moeten bekijken en ook dat we hierbij de interpretaties en betekenis in kader van de Wnb scherper hadden moeten beoordelen. Met betrekking tot dit onderdeel van de rapportage zijn we tot de conclusie gekomen dat we een onterechte interpretatie van de Wnb hebben gedaan. Intern en extern willen we hier aandacht aanbesteden omdat we denken dat deze casus hierin niet op zichzelf staat.

Graag gaan we met [klager] en het NGB-bestuur in gesprek. We hopen dat we met de uitkomst van dit gesprek een proces in kunnen richten waarmee zowel [bureau] als andere NGB-leden hun kwaliteit kunnen verhogen. We danken [klager] voor het delen van zijn zorgen en kritiek.

Het gesprek
Op 22 juni 2022 werden klacht en verweer besproken door [klager], [bureau] en bestuursleden en secretariaat van het NGB. De opsteller van de quickscan is niet bij het gesprek aanwezig.

In het gesprek zijn klacht en verweer toegelicht. Tekortkomingen in de quickscan zijn benoemd en erkent. Daarbij is eveneens ingegaan op de rol van de opdrachtgever, het omgaan met en verifiëren van aannamen en inschattingen van de opdrachtgever en het ontbreken van toezicht door de gemeente op het aanleggen van de mountainbike route conform de uitgangspunten van de quickscan. Tevens is gesproken over het verdere verloop van het project. [bureau] heeft de opdrachtgever geïnformeerd over de lopende klachtenprocedure, de geconstateerde tekortkomingen in de quickscan en heeft geadviseerd een nieuwe quickscan uit te laten voeren door een derde partij. Ook lokale belanghebbenden zijn hierover geïnformeerd. De gemeente, als bevoegd gezag, is niet op de hoogte van de tekortkomingen in de quickscan. Door [klager] is aangegeven dat hij zijn gegevens beschikbaar wil stellen om een verantwoorde route mogelijk te maken.

De klacht
De klacht
· heeft betrekking op niet-naleving van de NGB-gedragscode;
· is ingediend door een belanghebbende;
· is niet onredelijk laat ingediend en
· voldoet aan de indieningseisen van de klachtenprocedure.
Daarmee is de klacht ontvankelijk.

Bestuursbesluit
Het bestuur constateert dat
• [bureau]
o tekortkomingen in de quickscan erkent;
o onterecht niet heeft geadviseerd tot een vervolgtraject (waaronder voortoets en ontheffingsaanvraag);
o de opdrachtgever daarover heeft geïnformeerd en
o het voornemen heeft de opgedane leerpunten te gebruiken voor verbetering van de eigen werkwijze en
• de opdrachtgever de werkzaamheden niet overeenkomstig de omschrijving in de quickscan heeft uitgevoerd.

Het bestuur vraagt [bureau]
• de quickscan terug te trekken en de opdrachtgever, de gemeente en lokale belanghebbenden daarover te informeren;
• een plan van aanpak voor verbetering van de kwaliteit van advisering voor wat betreft de geconstateerde tekortkomingen, op een termijn van zes weken voor te leggen aan het bestuur en
• het NGB-bestuur te informeren over de uitvoering van de acties uit het plan van aanpak.

Het bestuur verbindt geen verdere sancties aan dit besluit aangezien aanwijzingen voor een structureel karakter van de geconstateerde tekortkomingen ontbreken.

Bekendmaking
Het staat de partijen vrij bekendheid te geven aan de uitspraken van het bestuur van het Netwerk Groene Bureaus. De ontvangen klacht en het bestuursbesluit naar aanleiding van deze klacht worden gepubliceerd op de website van het Netwerk Groene Bureaus. Publicatie zal plaatsvinden in anonieme vorm waardoor de klacht en maatregelen niet te herleiden zijn tot de indiener van de klacht en tot het betreffende bureau.

Mogelijkheid voor bezwaar
Partijen kunnen tegen deze beslissing van het bestuur in beroep gaan bij de Klachtencommissie. Het beroep dient binnen zes weken na verzending van deze beslissing bij de Klachtencommissie te worden ingediend. De Klachtencommissie is te bereiken via secretariaat@netwerkgroenebureaus.nl.

Bijlagen
Klacht en verweer (niet opgenomen)

18
Bestuursbesluit Netwerk Groene Bureaus naar aanleiding van de klacht van [klager] over [bureau] naar aanleiding van het rapport 'Voortoets [titel]'
26 september 2022

Het Netwerk Groene Bureaus (NGB) ontving op 13 augustus 2021 een klacht van [klager] over [bureau] naar aanleiding van het rapport 'Voortoets [titel]' uit 2019.
Op 29 juli 2021 ontving het NGB de reactie van [bureau] op de klacht. Het NGB-bestuur initieerde een gesprek tussen beide partijen op 29 nov 2021.

De klacht, het verweer en het gesprek vormen de basis voor het bestuursbesluit. De klacht en verweer zijn opgenomen in de bijlage.

Klacht
Op grond van het uitgevoerde onderzoek kan niet worden uitgesloten dat er (significant) negatieve effecten optreden op kolgans, brandgans en smient en mogelijk ook effecten op andere aangewezen soorten. Het effectenonderzoek vertoont inhoudelijke gebreken waardoor onjuiste conclusie zijn opgesteld met betrekking tot
•    de grootte van een verstoringszone,
•    de ligging in en doorwerking naar een N2000 gebied,
•    afwezigheid van nachttellingen over de smient waardoor een inschatting van effecten niet goed mogelijk is en
•    het niet gebruiken van een eerdere ecologische beoordeling binnen hetzelfde plangebied, in het kader van de aanleg van windturbines.

Het uitgevoerde effectenonderzoek heeft als conclusie dat er geen sprake is van significant negatieve effecten. De [klager] stelt dat ten onrechte niet is geadviseerd om een passende beoordeling en vervolgens vergunning op grond van de Wet natuurbescherming aan te vragen. Ook twijfel of effecten significant zijn, biedt geen vrijstelling van een passende beoordeling en vergunningplicht.

De rapport van [bureau] is voorgelegd aan de gemeente [naam] waardoor de ontoereikende rapportage leidt tot onjuiste informatie bij het besluitvormingsproces. De [klager] heeft de kritiek op het rapport ter kennis gebracht van de gemeente die de kritiek in zal brengen in een gestart proces voor een gebiedsvisie. De beoordeling van het project is stilgezet in afwachting van deze gebiedsvisie.
[klager] geeft aan dat, omdat [bureau] het onderzoek voor [opdrachtgever] uitvoerde, het bureau het niet zo nauw zou nemen met objectiviteit en onafhankelijkheid van advisering.

Verweer
In zijn reactie op de klacht stelt [bureau]
•    dat, conform de Wet natuurbescherming, alleen bij een kans op significante effecten een passende beoordeling vereist is;
•    de aanwezigheid van een aarden wal verstoring voorkomt;
•    beschikbaarheid van foerageergebied voor niet-broedvogels met instandhoudingsdoelen (smient, kolgans en brandgans) geen beperkende factor is, ook bij uitvoering van het plan en
•    het rapport over de windturbines, ook achteraf gezien, niet relevant is voor de effectbeoordeling.

De gemeente heeft een zonneparkenbeleid geformuleerd op grond waarvan initiatieven voor zonneparken (opnieuw) kunnen worden ingediend. Voor deze initiatieven zullen de onderliggende onderzoeken (waaronder de concept-voortoets) aangepast en geactualiseerd dienen te worden. Voor wat betreft de objectiviteit en onafhankelijkheid van advisering stelt [bureau] dat zij juist door overheden en initiatiefnemers dagelijks worden ingeschakeld om hun onafhankelijke en objectieve advisering te betrekken bij de eigen autonome besluitvorming. Is dat op voorhand niet te garanderen (wat bij bepaalde opdrachten kan voorkomen), dan krijgt [bureau] de opdracht niet of weigert [bureau] deze. Tevens geldt dat het van verregaande roekeloosheid zou getuigen het eigen imago en reputatie in de waagschaal te zetten voor een enkele opdrachtgever. In het openbare stelsel waarin wordt gewerkt zou dat immers snel aan het licht komen en zou het bureau spoedig geen bestaansrecht meer hebben.

Gesprek
Aan het gesprek is deelgenomen door [klager], [bureau], bestuursleden en secretariaat van het NGB.

In het gesprek zijn klacht en weerwoord besproken waarbij onder meer is ingegaan op de aangedragen ecologisch-inhoudelijke punten en de status en rol van het rapport. Daarbij is tevens geconstateerd dat het rapport is ingehaald door beleidsmatige ontwikkelingen zoals het stopzetten van besluitvoering over het project [titel], het opstellen van nieuwe beoordelingskaders en recente nieuwe initiatieven in het gebied. De beschikbaarheid van ecologische informatie in het beleidscircuit lijkt nu beperkt tot alleen het rapport van [bureau] (en tot onderzoek naar alleen gebiedsbescherming N2000 daarin). Het is daarom van belang de voortgaande beleidsontwikkeling te informeren over de beperkingen van het rapport.

Vanuit [bureau] wordt onderschreven dat de verantwoording van de conclusies versterking behoeft, ook al omdat in de voortgaande beleidsontwikkeling het rapport – als enig beschikbaar ecologisch rapport - een rol kan gaan spelen waarmee het rapport onder een vergrootglas komt te liggen. De behoefte aan zorgvuldigheid die in de klacht is verwoord, wordt gevoeld. Tevens is de status van het rapport te beperkt omschreven ('concept'; niet aangegeven is dat over het rapport contact is geweest met Bevoegd Gezag). Het rapport is via een WOB-procedure naar buiten gekomen; bij een reguliere publicatie zou middels een colofon meer informatie over de status van het rapport zijn gegeven.  [Klager] is in het gesprek overtuigd geraakt van de integriteit van [bureau]. De koppeling met de opdrachtgever maakte hem vanuit een zekere actievoerdersmentaliteit onterecht argwanend.

De klacht voldoet aan de criteria voor ontvankelijkheid:
•    de klacht heeft betrekking op niet-naleving van de NGB-gedragscode;
•    de klacht is ingediend door een belanghebbende;
•    de klacht is niet onredelijk laat ingediend en
•    de klacht voldoet aan de indieningseisen van de klachtenprocedure.

Bestuursbesluit
Het bestuur constateert dat:
•    alleen bij (een kans op) significante effecten een passende beoordeling aan de orde is;
•    de (verantwoording van de) ecologische onderbouwing op onderdelen niet volledig is (w.o. verstoring in relatie tot de aarden wal, effect op broedende soorten, effecten van aanleg én gebruiksfase, effect op foerageren, versnippering van het foerageergebied, belang van het foerageergebied in de nabijheid van de slaapplaats) en de mogelijke gevolgen van autonome ontwikkelingen in het gebied;
•    daardoor op grond van het huidige rapport de aard van de effecten (significant of niet-significant) niet eenduidig kan worden vastgesteld;
•    het herzien van het rapport wenselijk maar niet mogelijk is omdat het rapport geen formele status heeft in een besluitvormingsproces;
•    de rapportage uit 2019 voor besluitvorming inmiddels achterhaald is door nieuwe beleidsmatige ontwikkelingen (gebiedsvisie) en nieuwe ontwikkelingen in het grondgebruik in het gebied;
•    betrokkenen het - nu het rapport mogelijk een rol kan spelen in de verdere beleidsontwikkeling - van belang vinden de bevindingen in het gesprek te laten betrekken bij het opstellen van de gebiedsvisie: de betrokken gemeente, het bevoegd gezag en de opdrachtgever worden geïnformeerd over de kanttekeningen bij het rapport;
•    projecten die mogelijk in een politieke en/of maatschappelijk debat terecht komen, sinds het uitbrengen van het rapport uitvoeriger door [bureau] op onderbouwingen worden gescreend;
•    de status van het rapport ('concept') niet scherp omschreven is waardoor onvoldoende zicht bestaat op welk gebruik van het rapport verantwoord is en
•    in het gesprek door [klager] het verwijt van gebrek aan integriteit is teruggenomen.

Het bestuur vraagt [bureau] ter striktere naleving van de NGB-gedragscode
•    de gemaakte kanttekeningen bij het rapport ter kennis te brengen van de partijen die betrokken zijn bij de verdere beleidsontwikkeling voor / besluitvorming over het gebied;
•    het bestuur te informeren over de gerapporteerde kanttekeningen en de reactie van betrokken partijen;
•    de aandacht voor onderbouwing van conclusies niet alleen te richten op maatschappelijk gevoelige projecten maar op alle projectrapportages en
•    aandacht te geven aan het versiebeheer van rapporten.

Bekendmaking
Het staat de partijen vrij bekendheid te geven aan de uitspraken van het bestuur van het Netwerk Groene Bureaus. De ontvangen klacht en het bestuursbesluit naar aanleiding van deze klacht worden gepubliceerd op de website van het Netwerk Groene Bureaus. Publicatie zal plaatsvinden in anonieme vorm waardoor de klacht en maatregelen niet te herleiden zijn tot de indiener van de klacht en tot het betreffende bureau.

Mogelijkheid voor bezwaar
Partijen kunnen tegen deze beslissing van het bestuur in beroep gaan bij de Klachtencommissie. Het  beroep dient binnen zes weken na verzending van deze beslissing bij de Klachtencommissie te worden ingediend. De Klachtencommissie is te bereiken via secretariaat@netwerkgroenebureaus.nl.

Bijlagen
Klacht en verweer (niet opgenomen)

17
Bestuursbesluit Netwerk Groene Bureaus naar aanleiding van de klacht van [klager] over [bureau], 28 juni 2021

Het Netwerk Groene Bureaus (NGB) ontving op 24 juni 2020 van [klager] een klacht over onderzoek in het kader van een bouwproject. Op 7 augustus 2020 ontving het NGB de reactie van [bureau] op de klacht. Deze is voorgelegd aan [klager] die hier op 17 augustus 2020 reageerde. Op enkele gestelde vragen regeerde [bureau] op 17 december 2020. Het NGB-bestuur initieerde een gesprek met en tussen beide partijen op 25 feb 2021.

Het NGB heeft kwaliteitsbevordering van zijn leden als doelstelling. In het kader daarvan nodigt het NGB met regelmaat soortenorganisaties (en andere organisaties) uit om kritiek op producten van zijn leden met het NGB te delen, met leren en het scherp houden van zijn leden als primair doel.
Het NGB waardeert de inzet van [klager] en [bureau] om middels de klacht en weerwoorden lering te kunnen trekken uit praktijkervaringen met het uitvoeren van onderzoek van beschermde soorten en de advisering daarover.

[Klager] heeft benadrukt dat het indienen van de klacht voortkomt uit de uitnodiging van het NGB en uit hun beschermingsdoelstelling. [Klager] geeft daarbij aan: "Voor ons wordt een zeer belangrijk gegeven hoe het NGB hier zelf over de gang van zaken gaat oordelen. In de voorgelegde kwestie gaat het niet over oplossingen tussen beide partijen, maar over de gepretendeerde kwaliteitsnorm versus de geleverde kwaliteit. Oftewel, hoeveel waarde heeft het eigen NGB-keurmerk."

Het bestuur tekent daarbij aan dat in formele zin een 'NGB-keurmerk' niet bestaat; wel bestaat er een terechte verwachting bij opdrachtgevers, belanghebbenden en bevoegde gezagen ten aanzien van geleverde kwaliteit door NGB-leden. Het NGB bevordert en bewaakt de kwaliteit van zijn leden via onder meer zijn gedragscode, de daaraan gekoppelde klachtenprocedure en de interne ledentoetsing.
Met de onderstaande uitspraak van het bestuur over deze 'case' hoopt het bestuur op onderdelen inzicht te bieden in de invulling van 'kwaliteit' door het NGB.

Klacht, verweer en gesprek
De klacht verwijst naar bevindingen die zijn beschreven in een door [klager] uitgevoerde second opinion in opdracht van [bevoegd gezag]. Op hoofdlijnen betreft het tekortkomingen ten aanzien van gehanteerde onderzoeksmethoden, zorgvuldigheid van uitgevoerd onderzoek, ecologische en juridische aspecten van een compensatieplan en overtredingen van de Wet natuurbescherming.

In zijn reactie op de klacht ging [bureau] onder meer in op het verloop van het onderzoek, zijn verantwoordelijkheden binnen het project en de rol van de opdrachtgever en van het bevoegd gezag. De gehanteerde onderzoeksmethode acht [bureau] niet de beste keuze; overtreding van de Wet natuurbescherming heeft niet plaatsgevonden.

In het gesprek zijn de standpunten toegelicht.

De klacht, het verweer en het gesprek vormen de basis voor het bestuursbesluit. De klacht en overige correspondentie zijn opgenomen in de bijlage.

De klacht
· heeft betrekking op niet-naleving van de NGB-gedragscode;
· is ingediend door een belanghebbende;
· is niet onredelijk laat ingediend en
· voldoet aan de indieningseisen van de klachtenprocedure.
Daarmee is de klacht ontvankelijk.

Het bestuur constateert het volgende.

1.    Zorgvuldigheid
De zorgvuldigheid van het uitgevoerde onderzoek schiet tekort. Ingegeven door tijdsdruk zijn, weliswaar met toestemming van het bevoegd gezag, onderzoeksmiddelen gebruikt (schermen  en - onvoldoend beschermende - vallen) die inherent risico's met zich meebrengen voor de te onderzoeken soort. Na de uitvoering van het onderzoek is onvoldoende eigen verantwoordelijkheid genomen om deze risico's af te dekken door het verwijderen of blijvend controleren van de onderzoeksmiddelen die op verzoek van de opdrachtgever tot in oktober bleven staan.

2.    Compensatieplan
Het opgestelde compensatieplan is in ecologisch en juridisch opzicht volstrekt onvoldoende. Het gebied en de verbindingszones zijn niet geschikt voor de duurzame vestiging van een populatie van de rugstreeppad. In het plan is voorbijgegaan aan de (mogelijke) aanwezigheid van andere beschermde soorten waardoor ook in juridisch opzicht het plan onvoldoende is.

3.    Onafhankelijkheid
[Bureau] heeft zich onvoldoende onafhankelijk opgesteld ten opzichte van de opdrachtgever:
1.    de keuze van het compensatiegebied is naar het oordeel van het bestuur niet gebaseerd op ecologische overwegingen maar op het feit dat het gebied eigendom van de opdrachtgever is, waarbij ecologische argumenten zijn gebruikt om de keuze voor het betreffende gebied als compensatiegebied te legitimeren;
2.    de bewuste keuze van de risicovolle onderzoeksmethode is gebaseerd op de poging vanuit de opdrachtgever om op een zeer laat moment een afwijzing van een eerdere ontheffingaanvraag te voorkomen;
3.    het handhaven van onderzoeksmiddelen tot na het onderzoek, met (potentieel) schadelijke effecten op beschermde soorten, is gebaseerd op de wens van de opdrachtgever om kosten te besparen bij de verdere uitvoering van het initiatief en
4.    geaccepteerd is dat in situaties waarvoor een beschermingsplicht geldt (zoals de functie overwinteringsgebied, wateren met juvenielen) de opdrachtgever zonder de benodigde ontheffing en/of benodigde beschermingsmaatregelen activiteiten heeft uitgevoerd.

4.    Inschatten eigen uitgangspositie
Het [bureau] heeft de eigen invloed op de blijkbaar dwingende opdrachtgever onderschat, ondanks eerdere ervaringen met dezelfde opdrachtgever. Bij de eerdere ervaringen leidde de ecologische en juridische inbreng van [bureau] tot het verbreken van de samenwerking door de opdrachtgever.

Bestuursbesluit
Het bestuur vraagt [bureau]
•    zijn eigen verantwoordelijkheid als opdrachtnemer expliciet te formuleren en daarbij onder meer breekpunten in de relatie opdrachtnemer-opdrachtgever aan te geven;
•    binnen het eigen bureau en/of met externen voorzieningen te treffen voor het blijvend ontwikkelen  van een kritische houding ten opzichte van opdrachtgevers en het leren omgaan met dwingende opdrachtgevers en
•    het bestuur te informeren over de wijze waarop hier invulling aan wordt gegeven.

Het bestuur geeft [bureau] de officiële waarschuwing
•    onderzoek zorgvuldiger uit te voeren om een betere invulling te geven aan de zorgplicht voor soorten.

Bekendmaking
Het staat de drie partijen vrij bekendheid te geven aan de uitspraken van het bestuur van het Netwerk Groene Bureaus. De ontvangen klacht en het bestuursbesluit naar aanleiding van deze klacht worden gepubliceerd op de website van het Netwerk Groene Bureaus. Publicatie zal plaatsvinden in anonieme vorm waardoor de klacht en maatregelen niet te herleiden zijn tot de indiener van de klacht en tot het betreffende bureau.

Mogelijkheid voor bezwaar
Partijen kunnen tegen deze beslissing van het bestuur in beroep gaan bij de Klachtencommissie. Het beroep dient binnen zes weken na verzending van deze beslissing bij de Klachtencommissie te worden ingediend. De Klachtencommissie is te bereiken via secretariaat@netwerkgroenebureaus.nl.

Bijlagen
Klacht en correspondentie (niet opgenomen)

16
Bestuursbesluit Netwerk Groene Bureaus naar aanleiding van de klacht dd. 1 juni 2020 van [klager] over [bureau 1] en [bureau 2], 18 dec 2020

Het Netwerk Groene Bureaus (NGB) ontving op 1 juni 2020 een klacht van [klager] over onderzoek en advisering door [bureau 1] en [bureau 2] in het kader van een bestemmingsplanwijziging. Op 29 juli 2020 ontving het NGB de reactie van [bureau 1 en bureau 2] op de klacht.

Het NGB-bestuur initieerde een gesprek [klager], [bureau 1] en [bureau 2]. Naar aanleiding van contacten tussen [bureau]1 en de werkgever van [klager] zag [klager] af van deelname aan het gesprek, met als overwegingen:
“De reacties van beide bureaus komen vrij aanvallend op ons over en gaan niet inhoudelijk in op onze klacht ook staan er een aantal onjuistheden in. Dit maakt dat wij er geen vertrouwen in hebben dat bureaus een constructief gesprek willen aangaan.
Ondanks dat de klacht duidelijk op persoonlijke titel is gedaan, heb ik begrepen dat een medewerker van een van de bureaus met meerdere van mijn collega's op een wat vervelende manier over de klacht heeft gesproken. Ik blijf erbij dat de klacht een privé kwestie is dus wil het hier voor nu verder dan ook bij laten. Wel vind ik het van belang dat het bestuur weet dat dit heeft meegespeeld in onze afweging om deel te nemen aan het gesprek.
Voor zover wij na hebben kunnen gaan is de klachtenprocedure van het NGB in eerste instantie bedoeld om gezamenlijk tot een oplossing te komen in zaken als deze. Door bovenstaande punten hebben wij er echter geen vertrouwen meer in dat betrokken bureaus er ook daadwerkelijk zo in staan. Wij zien daarom af van het geplande gesprek en leveren op een later tijdstip graag nog een schriftelijke reactie aan.”

De schriftelijke reactie werd ontvangen op 25 augustus 2020 en is voor commentaar voorgelegd aan [bureau 1] en [bureau 2]. Deze reacties zijn opgenomen onder “Gesprek”.

Klacht en verweer
De klacht betreft op hoofdlijnen tekortkomingen ten aanzien van:
-   deskundig adviseren: uitgevoerd veldonderzoek naar aanwezigheid van beschermde soorten voldoet niet aan de eisen die worden gesteld aan onderzoeken die ter onderbouwing van een bestemmingsplan dienen
-   verantwoord adviseren: onderzoek en advisering hebben geleid tot een bestemmingsplan dat strijdig is met de Wet natuurbescherming
-   respectvol adviseren: het onterecht opvoeren van een ‘second opinion’ op uitgevoerd onderzoek door [bureau 1] waardoor het kwaliteitslabel van het NGB-lidmaatschap als argument wordt gebruikt in een politieke discussie
-   integer adviseren: een toezegging om beschikbaar gestelde informatie te verwerken is niet nagekomen waarbij de betreffende medewerker niet regeerde op herhaalde verzoeken.

In zijn reactie op de klacht stelt [bureau 1]
-   niet te reageren op de aangedragen punten ten aanzien van het onderzoek omdat [klager] “zijn interpretaties” geeft en “Dat betekent echter niet dat zijn interpretaties ook de feitelijke werkelijkheid weergeven.“
-   dat in de klacht niet wordt onderbouwd “hoe [klager] benadeeld is.”
-   [klager] geen opdrachtgever was van [bureau], waardoor van een niet-integere werkhouding geen sprake is
-   ten aanzien van het niet-reageren op herhaalde verzoeken dat bij [bureau 1] ruim 2.500 medewerkers werken die individueel bereikbaar zijn
-   dat de klacht ten aanzien van [bureau]1 in het licht van de gedragscode van het NGB niet onderbouwd is.

In zijn verweer stelt [bureau 2] dat
-   de klacht ten aanzien van 'respectvol' en 'integer' adviseren geen betrekking heeft op de inhoudelijke werkzaamheden van [bureau 2]
-   de klacht ten aanzien van 'verantwoord' en ‘deskundig’ adviseren niet nader wordt onderbouwd
-   de stellingname dat een bestemmingsplan is opgesteld waarvan de uitvoering strijdig is met de Wet Natuurbescherming niet inhoudelijk is onderbouwd
-   het “natuurlijk nooit uit te sluiten is dat er bij een veldonderzoek locaties 'gemist' worden’.

Gesprek
In het gesprek is ingegaan op de redenen voor de afwezigheid van [klager], de klacht en de reactie van [bureau 1]. [bureau 1] heeft in het gesprek aangegeven dat aan de directeur van [werkgever klager] de reactie van medewerkers van [bureau 1] (‘willen we dan nog wel met [werkgever klager] samenwerken’) is overgebracht.

In zijn schriftelijke reactie op de inhoud van het gesprek en op het verweer van [bureau] geeft [klager] aan het contact met zijn werkgever te zien als een poging om via deze weg “druk uit te oefenen op de klacht en als onprofessioneel en niet in lijn met waar het NGB voor staat.”
Verder wijst [klager] op de gegeven inhoudelijke onderbouwing in zijn klacht.

In reactie daarop stellen [bureau 1 en bureau 2] de afwezigheid van [klager] te betreuren omdat zij graag een inhoudelijke dialoog had willen voeren.

[bureau 1] stelt in zijn reactie tevens
-   te betreuren dat de eerdere reactie van [bureau 1] als vijandig werd ervaren
-   het indienen van de klacht op geen enkele manier samenwerking met [werkgever klager] in de weg staat
-   de communicatie binnen [bureau 1] over het onderhouden van contacten met externe relaties niet optimaal verlopen is

De klacht
-   heeft betrekking op niet-naleving van de NGB-gedragscode;
-   is ingediend door een belanghebbende;
-   is niet onredelijk laat ingediend en
-   voldoet aan de indieningseisen van de klachtenprocedure.
Daarmee is de klacht ontvankelijk.

Het bestuur constateert dat:

1. de oplegnotitie van [bureau 2] voldoet aan de minimale vereisten voor een inventarisatie in het kader van een quick scan

2. [bureau 2] in zijn verweer erkent dat soorten gemist zijn

3. de oplegnotitie voor een groot aantal soorten nader onderzoek adviseert (vleermuizen, steenuil, kerkuil, meerdere vogelsoorten, poelkikker, kleine marterachtigen, das, waterspitsmuis, sleedoornpage). In de rapportages ontbreekt een toetsing van de bevindingen uit de oplegnotitie aan de Wet natuurbescherming, evenals een conclusie over de aannemelijkheid dat ontheffingen op grond van de Wet natuurbescherming verwacht kunnen worden. Een dergelijke verwachting is voorwaarde voor een bestemmingsplanwijziging die van invloed kan zijn op beschermde soorten. Daarmee is onvoldoende onderbouwd dat de Wnb niet in de weg staat aan de uitvoerbaarheid van het plan. De onderbouwing is niet alleen een juridisch vereiste maar biedt ook duidelijkheid aan alle betrokken partijen, in tegenstelling tot de enkele conclusie dat nader onderzoek nodig is.

4. de uitspraak ‘willen we dan nog wel met [werkgever klager] samenwerken’ in het contact tussen [bureau 1] en de werkgever van [klager] als intimiderend kan worden ervaren. Een dergelijke uitspraak acht het bestuur niet professioneel en staat haaks op de gedragscode die dient als ‘basis voor gesprek’ tussen bureaus, opdrachtgevers en andere belanghebbenden over het werk van de leden van het Netwerk.

5. [bureau 1] in zijn verweer onvoldoende ingaat op de klacht waarmee voorbij gegaan wordt aan de NGB-gedragscode die gericht is op mogelijkheden tot verantwoording afleggen en leren. Tevens acht het bestuur de toonzetting van het verweer niet respectvol in de richting van [klager].    

6. [bureau 1] de gedragscode niet correct interpreteert:
-   een integere werkhouding is niet alleen relevant in de richting van opdrachtgevers maar naar alle betrokken partijen en
-   de regels van de gedragscode zijn niet bedoeld om persoonlijk nadeel te voorkomen maar om deskundig verantwoord, respectvol en integer te adviseren.

7. de klacht ten aanzien van niet integer adviseren niet is onderbouwd; het niet nakomen van de toezegging om beschikbaar gestelde informatie te verwerken, is te verklaren vanuit gebrek aan interne communicatie bij [bureau 1]. In discussies over het werk van adviesbureaus worden omissies (te) snel geïnterpreteerd in termen van integriteit; juist klachten over integriteit vragen een solide onderbouwing.

De klacht, het verweer en het gesprek vormen de basis voor het bestuursbesluit. De klacht en overige correspondentie zijn opgenomen in de bijlage.

Bestuursbesluit
Het bestuur vraagt [bureau 1]
1. in klachtenprocedures optimale condities te creëren voor samenwerken en leren
2. zich - als grote marktpartij - rekenschap te geven van potentieel intimiderende gevolgen van gekozen handelwijzen bij betrokken partijen, ook al zijn deze onbedoeld
3. de status van uitgevoerde werkzaamheden (beoordeling, second opinion, …) kenbaar te maken bij betrokken partijen en zonodig - bij onjuiste weergave in discussies – achteraf te corrigeren, met name als het kwaliteitslabel van het NGB-lidmaatschap wordt ingezet als argument in een politieke discussie
4. adviezen in het kader van bestemmingsplannen te voorzien van conclusies over de aannemelijkheid van het verkrijgen van ontheffingen en vergunning voor de Wet natuurbescherming
en
adviseert [bureau 2]
5. zijn veldkennis te versterken om het missen van soorten, hoewel in principe onvermijdelijk, zo veel mogelijk te beperken.

Bekendmaking
Het staat de drie partijen vrij bekendheid te geven aan de uitspraken van het bestuur van het Netwerk Groene Bureaus. De ontvangen klacht en het bestuursbesluit naar aanleiding van deze klacht worden gepubliceerd op de website van het Netwerk Groene Bureaus. Publicatie zal plaatsvinden in anonieme vorm waardoor de klacht en maatregelen niet te herleiden zijn tot de indiener van de klacht en tot het betreffende bureau.

Mogelijkheid voor bezwaar
Partijen kunnen tegen deze beslissing van het bestuur in beroep gaan bij de Klachtencommissie. Het beroep dient binnen zes weken na verzending van deze beslissing bij de Klachtencommissie te worden ingediend. De Klachtencommissie is te bereiken via secretariaat@netwerkgroenebureaus.nl.

Bijlagen
Klacht en correspondentie (niet opgenomen)

15
(Geanonimiseerd) Bestuursbesluit Netwerk Groene Bureaus naar aanleiding van de klacht dd. 14 juni 2019 van [klager] over [bureau], 6 dec 2019

Het Netwerk Groene Bureaus (NGB) ontving op 14 juni 2019 een klacht van [klager] over onderzoek en advisering door [bureau] in het kader van de aanleg van een MTB-route. Op 20 juni 2019 ontving het NGB het verweer van [bureau].

Op voorstel van het NGB-bestuur vond op 23 oktober 2018 een gesprek plaats tussen de indieners van de klacht, het betreffende bureau, twee NGB-bestuursleden en het NGB-secretariaat.

De klacht betreft op hoofdlijnen:
1.    een niet-objectieve opstelling door vereenzelviging met de opdrachtgever;
2.    de kwaliteit van de effectbeschrijving: het gebruik van de voorziening is niet meegenomen en afstandseisen voor verstoring zijn niet wetenschappelijk onderbouwd en  
3.    de kwaliteit van het uitgevoerde veldonderzoek: eenmalig, kortdurend en op een verkeerd tijdstip.

In zijn verweer stelt [bureau] dat
1.    voorafgaand aan het onderzoek de route is besproken met een bosbosbouwkundig ecoloog en de terreinbeheerder waardoor ecologische gevoeligheden zijn voorkomen;
2.    het uitvlaggen van de route een belangrijk moment is om effecten te voorkomen en  
3.    een aantal waarnemingen in het rapport onterecht zijn.

De rechter heeft de verleende omgevingsvergunning vernietigd wegens tekortkomingen in het natuuronderzoek. Bij de toelichting op de klacht is onder meer aangegeven dat de klacht vooral bij het NGB is ingediend om herhaling in toekomstige rapporten te voorkomen. Tevens stellen de indieners van de klacht dat de integriteit van [bureau] niet wordt betwist.  

De klacht, het verweer en het gesprek vormen de basis voor dit bestuursbesluit. De klacht en het verweer zijn opgenomen in de bijlage (niet opgenomen).

De klacht
· heeft betrekking op niet-naleving van de NGB-gedragscode;
· is ingediend door een belanghebbende;
· is niet onredelijk laat ingediend en
· voldoet aan de indieningseisen van de klachtenprocedure.
Daarmee is de klacht ontvankelijk.

Het bestuur constateert dat:
1.    de integriteit van [bureau] niet in het geding is;
2.    het advies geen beoordeling geeft van de volledige ingreep;
3.    de noodzaak van nader onderzoek niet afdoend is beoordeeld;
4.    het advies onvoldoende onderbouwt in hoeverre een ontheffing voor de Wet natuurbescherming is vereist;
5.    het uitvlaggen van de route als belangrijk moment om effecten te voorkomen geen onderdeel is van het rapport of van voorschriften voor een ecologisch werkprotocol;
6.    niet alle beschikbare relevante informatie is opgenomen in het rapport;
7.    het onderzoeksgebied te onvolledig is beschreven om de benodigde duur van de quickscan te verantwoorden en   
8.    de redactie van het rapport in onvoldoende mate deskundigheid uitstraalt.
 
Bestuursbesluit
Het bestuur
1.    geeft [bureau] de officiële waarschuwing de onderbouwing van zijn adviezen te verbeteren;
2.    vraagt [bureau] op een termijn van twee maanden een verbeterplan op te stellen en ter goedkeuring voor te leggen aan het bestuur en  
3.    adviseert [bureau] meer aandacht te geven aan de profilering als onafhankelijk adviseur door zich niet te (laten) vereenzelvigen met opdrachtgevers en bevoegde gezagen.

Bekendmaking
Het staat beide partijen vrij bekendheid te geven aan de uitspraken van het bestuur van het Netwerk Groene Bureaus. De ontvangen klacht en het bestuursbesluit naar aanleiding van deze klacht worden gepubliceerd op de website van het Netwerk Groene Bureaus. Publicatie zal plaatsvinden in anonieme vorm waardoor de klacht en maatregelen niet te herleiden zijn tot de indiener van de klacht en tot het betreffende bureau.

Mogelijkheid voor bezwaar
Beide partijen kunnen tegen deze beslissing van het bestuur in beroep gaan bij de Klachtencommissie. Het beroep dient binnen zes weken na verzending van deze beslissing bij de Klachtencommissie te worden ingediend. De Klachtencommissie is te bereiken via secretariaat@netwerkgroenebureaus.nl.

Bijlagen (niet opgenomen)

14
(Geanonimiseerd) Bestuursbesluit Netwerk Groene Bureaus naar aanleiding van de klacht dd. 27 februari 2018 van [klager] over [bureau], 6 feb 2019


Het Netwerk Groene Bureaus ontving op 27 februari 2018 een klacht van [klager]  over onderzoek en advisering van [bureau] in het kader van de ontwikkeling van [gebied]. Het betreft de vernietiging van een dassenburcht.

De klacht betreft
1.    het medewerking verlenen aan het vernietigen van de dassenburcht zonder ontheffing;
2.    het onvolledig monitoren van de das ter plaatse en
3.    het negeren van aangereikte en relevante informatie door deskundigen over waarnemingen (van sporen) van de das en het daardoor op verkeerde gronden concluderen dat de burcht niet in gebruik is geweest gedurende bijna twee jaren.

In zijn verweer van 21 maart 2018 acht [bureau] de ingebrachte bezwaren niet terecht. Op voorstel van het NGB-bestuur vond op 8 mei 2018 een gesprek plaats tussen [klager], [bureau] en NGB-bestuursleden.

De klacht, het verweer en het gesprek vormen de basis voor dit bestuursbesluit. De klacht en het verweer zijn opgenomen in de bijlage.

De klacht
· heeft betrekking op niet-naleving van de NGB-gedragscode,
· is ingediend door een belanghebbende,
· is niet onredelijk laat ingediend en
· voldoet aan de indieningseisen van de klachtenprocedure.
Daarmee is de klacht ontvankelijk.

Bestuursbesluit
Het bestuur constateert dat:
•    voldoende onderzoek is gedaan naar het voorkomen van de das (meer dan de Soortenstandaard Das (2014) voorschrijft);
•    lokale deskundigen en aangereikte informatie van lokale groepen zijn benut (conform het voorschrift van de soortenstandaard, 2014);
•    de klacht voortkomt uit een verschillende interpretatie van de onderzoeksgegevens met betrekking tot de functionaliteit van de dassenburcht;
•    de dassenburcht twee jaar niet in gebruik is, en daarmee op grond van expert judgment niet als vaste verblijfplaats kan worden beschouwd. De Soortenstandaard Das voorziet niet in de onderbouwing dat een verblijfplaats niet in gebruik is.
•    met het advies om geen ontheffing aan te vragen zorgvuldig is gehandeld.

en acht op grond van bovenstaande constateringen de klacht van [klager] op elk van de ingebrachte punten ongegrond.

Bekendmaking
Het staat beide partijen vrij bekendheid te geven aan de uitspraken van het bestuur van het Netwerk Groene Bureaus. De ontvangen klacht en het bestuursbesluit naar aanleiding van deze klacht worden gepubliceerd op de website van het Netwerk Groene Bureaus. Publicatie zal plaatsvinden in anonieme vorm waardoor de klacht en maatregelen niet te herleiden zijn tot de indiener van de klacht en tot het betreffende bureau.

Mogelijkheid voor bezwaar
Beide partijen kunnen tegen deze beslissing van het bestuur in beroep gaan bij de Klachtencommissie. Het beroep dient binnen zes weken na verzending van deze beslissing bij de Klachtencommissie te worden ingediend. De Klachtencommissie is te bereiken via secretariaat@netwerkgroenebureaus.nl.

Bijlagen [niet opgenomen]

13
(Geanonimiseerd) Bestuursbesluit Netwerk Groene Bureaus naar aanleiding van de klacht dd. 6 sept 2017 van [klager] over [bureau], 13 maart 2018

Het Netwerk Groene Bureaus ontving op 6 sept 2017 een klacht van [klager] over door [bureau] uitgevoerd onderzoek en advisering in het kader van de ontwikkeling van een bedrijventerrein.

De klacht betreft de ecologische onderbouwing van inventarisaties en gedane uitspraken in het kader van juridische procedures.

In zijn reactie van 5 oktober 2017 acht [bureau] de ingebrachte bezwaren niet terecht en wil zijn reactie toelichten in een persoonlijk gesprek. Op 22 november 2017 heeft [klager] haar klacht verder gedocumenteerd.

Op 30 november 2017 heeft een gesprek plaatsgevonden tussen [klager], [bureau] een NGB-bestuurslid en het NGB-secretariaat.

De klacht, het verweer en het gesprek vormen de basis voor dit bestuursbesluit. De klacht en vervolgreacties zijn opgenomen in de bijlage [niet beschikbaar].

De klacht
· heeft betrekking op niet-naleving van de gedragscode,
· is ingediend door een belanghebbende,
· is niet onredelijk laat ingediend en
· voldoet aan de indieningseisen van de klachtenprocedure.
Daarmee is de klacht ontvankelijk.

Bestuursbesluit
Het bestuur constateert dat [bureau]
•    in juridische procedures uitspraken heeft gedaan over de afwezigheid van soorten die niet waren onderbouwd met onderzoek volgens vastgestelde en geaccepteerde werkwijzen;
•    uitspraken over effecten van ingrepen heeft gedaan zonder uit te gaan van de juiste ingreep en mitigatie door aangebrachte veranderingen door opdrachtgever niet in beschouwing te nemen (verleggen van de plangrenzen, verandering van het mitigatieplan);
•    vragen van een opdrachtgever uitvoert terwijl die niet tot ecologisch verantwoorde conclusies kunnen leiden;
•    het gezag van de ecoloog in juridische procedures onderschat;
•    en zich teveel vereenzelvigt met de handelwijze van de opdrachtgever.  

en besluit dat [bureau] zich bij dit onderzoek:
•    onvoldoende heeft gehouden aan erkende inventarisatieprotocollen en
•    onvoldoende onafhankelijk heeft opgesteld ten opzichte van zijn opdrachtgever.
Het bestuur vraagt [bureau]
1.    inventarisaties uit te voeren op basis van erkende protocollen;
2.    bij onderzoek en advisering de onafhankelijkheid te borgen en
3.    de consequenties van het borgen van een onafhankelijke opstelling voor de eigen werkwijze expliciet te formuleren en ter beoordeling aan het bestuur voor te leggen.

Op basis van deze klacht én eerdere constateringen van het bestuur over het negeren van erkende inventarisatieprotocollen door [bureau], geeft het bestuur [bureau] de officiële waarschuwing dat toekomstig negeren van erkende inventarisatieprotocollen zal leiden tot (tijdelijke) schorsing van [bureau] als lid van het NGB. Het NGB verbindt hieraan een proeftijd van drie jaar.
 
Bekendmaking
Het staat beide partijen vrij bekendheid te geven aan de uitspraken van het bestuur van het Netwerk Groene Bureaus. De ontvangen klacht en het bestuursbesluit naar aanleiding van deze klacht worden gepubliceerd op de website van het Netwerk Groene Bureaus. Publicatie zal plaatsvinden in anonieme vorm waardoor de klacht en maatregelen niet te herleiden zijn tot de indiener van de klacht en tot het betreffende bureau.

Mogelijkheid voor bezwaar
Beide partijen kunnen tegen deze beslissing van het bestuur in beroep gaan bij de Klachtencommissie. Het beroep dient binnen zes weken na verzending van deze beslissing bij de Klachtencommissie te worden ingediend. De Klachtencommissie is te bereiken via secretariaat@netwerkgroenebureaus.nl.


12
(Geanonimiseerd) Bestuursbesluit Netwerk Groene Bureaus naar aanleiding van de klacht dd. 8 dec 2016 van [klager] over [bureau], 13 maart 2018

Het bestuur van het Netwerk Groene Bureaus ontving op 8 dec 2016 een klacht van [klager] over [bureau] naar aanleiding van in 2016 uitgevoerd natuuronderzoek ten behoeve van een bestemmingsplan. De klacht betreft meerdere aspecten van het onderzoek, zoals opgenomen in de bijlage en hier kort weergegeven:
1.    Beleidsafwegingen in het rapport (klachtonderdeel A)
2.    Selectief aanhalen van resultaten aan eerder onderzoek (klachtonderdeel B)
3.    Uitvoering van het vleermuisonderzoek (klachtonderdeel C en D)
4.    Rapportage van het onderzoek (klachtonderdeel E)
5.    De beschrijving van de ingreep (klachtonderdeel F en G)
6.    Volledigheid van de conclusies (klachtonderdeel H)
7.    Breedte van het onderzoek (klachtonderdeel I)
8.    Bewust incorrect weergeven van de situatie (klachtonderdeel J)

Tevens stelt [klager] dat sprake is van belangenverstrengeling die de uitvoering en uitkomsten van het onderzoek heeft beïnvloed.

De reactie van [bureau] is op 28 februari 2017 toegestuurd aan [klager]. Op 14 maart 2017 heeft [klager] aangegeven dat zijn klacht niet naar tevredenheid opgelost en een nader gesprek de klachten zijns inziens ook niet zullen oplossen. Hij vraagt het bestuur om een uitspraak. De klacht, reactie van [bureau] en de reactie van [klager] zijn als bijlage opgenomen [niet beschikbaar].
 
In zijn reactie geeft [klager] een aantal suggesties voor de wijze waarop het NGB de kwaliteit van zijn leden wil borgen. De bespreking van deze suggesties in het bestuur is vertraagd wegens wisselingen in het bestuur. De afhandeling van de specifieke klacht over [bureau] is - in de verwachting dat de bespreking van de suggesties aanvullende inzichten zou opleveren - daardoor eveneens vertraagd. Het bestuur van het NGB heeft de suggesties van [klager] over de wijze waarop het NGB de kwaliteit van zijn leden wil borgen apart behandeld.

Bestuursbesluit
Het bestuur geeft zijn standpunt over de afzonderlijke klachtonderdelen in de bijlage, met als conclusie dat:
1.    de bronvermelding onvoldoende zorgvuldig is waardoor de onterechte indruk kan ontstaan dat teksten onder verantwoordelijkheid van [bureau] vallen;
1.    De onderzochte mitigerende maatregel onvoldoende zorgvuldig is geanalyseerd. Een directe meting van de effecten van de mitigerende maatregel op de abiotisch levensomstandigheden van de watervleermuis ontbreekt (aan/-afwezigheid van strooilicht);
2.    de conclusie dat mitigerende maatregelen effect hebben wetenschappelijk onvoldoende is onderbouwd. De aanwezigheid van één exemplaar van de watervleermuis in 2014 en één in 2016 na de toepassing van de mitigerende maatregel geeft geen zekerheid over een oorzakelijk verband. De geaccepteerde opdracht met bijbehorende voorwaarden en de gekozen opzet van het onderzoek staan een wetenschappelijk verantwoorde beantwoording van de vraag naar de effectiviteit niet toe;
3.    de conclusie dat "de ingebruikname van straatverlichting langs de ontsluitingsweg en het aangrenzende fietspad geen significant negatief effect op het foerageergebied van vleermuizen, waaronder de watervleermuis" met de verkregen onderzoeksresultaten in juridisch opzicht voldoende is onderbouwd;
4.    de intentie van [bureau] - naar aanleiding van een eerdere klacht - om de interne kwaliteitscontrole aan te scherpen niet heeft geleid tot het voorkomen van deze tekortkomingen;
5.    de bewijsvoering voor de stellingname dat het onderzoek is beïnvloed door belangenverstrengeling, is niet valide is, noch is belangenverstrengeling aannemelijk gemaakt.

 
Het bestuur geeft [bureau] de officiële waarschuwing
1.    de zorgvuldigheid van onderzoek en rapportage te vergroten;
2.    offerte-aanvragen voor onderzoek kritischer te beoordelen op hun uitvoerbaarheid en
3.    de interne kwaliteitscontrole effectiever aan te scherpen.

Het bestuur vraagt [bureau] hiervoor binnen een termijn van acht weken een verbeterplan in te dienen ter beoordeling door het bestuur.

Het bestuur ziet, indien [bureau] op bovengenoemde wijze aan de klacht voldoet, geen aanleiding tot sancties: er is geen aanleiding te veronderstellen dat de tekortkomingen in de advisering een opzettelijk dan wel structureel karakter hebben.

Bekendmaking
Het staat beide partijen vrij bekendheid te geven aan de uitspraken van het bestuur van het Netwerk Groene Bureaus.

De ontvangen klacht en het bestuursbesluit naar aanleiding van deze klacht worden gepubliceerd op de website van het Netwerk Groene Bureaus. Publicatie zal plaatsvinden in anonieme vorm waardoor de klacht en maatregelen niet te herleiden zijn tot de indiener van de klacht en tot het betreffende bureau.

Mogelijkheid voor bezwaar
Beide partijen kunnen tegen deze beslissing van het bestuur in beroep gaan bij de Klachtencommissie. Het beroep dient binnen zes weken na verzending van deze beslissing bij de Klachtencommissie te worden ingediend. De Klachtencommissie is te bereiken via secretariaat@netwerkgroenebureaus.nl


11
(Geanonimiseerd) Bestuursbesluit Netwerk Groene Bureaus naar aanleiding van de klacht dd. 11 juli 2017 van [klager] over [bureau], 23 jan 2018

Het Netwerk Groene Bureaus ontving op 11 juli 2017 een klacht van [klager] over de integriteit van [bureau]. De klacht betreft een Voortoets Natuurbeschermingswet voor de realisatie van een weg. [Klager] stelt dat het advies meer dan onzorgvuldig is en frauduleus is met het vooropgezette doel om voor de opdrachtgever de hinderpaal beschermde natuur te omzeilen. [Klager] verzoekt het bestuur om er zorg voor te dragen dat dit rapport wordt ingetrokken.
 
De klacht
· heeft betrekking op niet-naleving van de gedragscode, onderdeel integriteit,
· is ingediend door een belanghebbende,
· is niet onredelijk laat ingediend en
· voldoet aan de indieningseisen van de klachtenprocedure.
Daarmee is de klacht ontvankelijk.

Op 11 september 2017 ontving het NGB de reactie van [bureau]. In de reactie wordt niet ingegaan op de integriteitskwestie omdat geen enkel bewijs voor enige vorm van partijdigheid of vooringenomenheid wordt aangevoerd. De aanname van niet integer handelen wordt onnodig kwetsend geacht voor de opsteller van het advies. De reactie gaat dan ook alleen in op de inhoudelijke kant van de klacht. Daarbij worden de oordelen van de opsteller van het advies toegelicht en aangegeven dat mogelijk op basis van de kritiek enkele punten de rapportage worden aangepast door formuleringen aan te passen.

In zijn reactie van 29 september 2017 gaat [klager] in op het verweer van [bureau] en stelt nieuwe vragen, vooral over de juridische aspecten en de ligging van de toegangsweg. In reactie op het aanbod van [bureau] tot een gesprek heeft [klager] aangegeven een gesprek niet op prijs te stellen.

In zijn reactie op 19 oktober 2017 geeft [bureau] aan dat in de rapportage de ligging van de toegangsweg niet correct is opgenomen. [Bureau] constateert dat de beoordeling niet overeenstemt met de in procedure gebrachte ligging van de toegangsweg. [Bureau] zal  richting opdrachtgever en gemeente communiceren dat het onderzoek en de rapportage aangepast dienen te worden.

[Klager] geeft op 21 oktober 2017 aan de reactie verre van bevredigend te vinden omdat concrete vragen niet beantwoord zijn en [bureau] zijn oordeel over de effecten blijft baseren op een bureaustudie. [Klager] stelt dat voor eventueel verder onderzoek [bureau]
initiatiefnemers/gemeente dient te adviseren in contact te treden met de provincie over de haalbaarheid van dit particuliere project in Natura 2000 gebied. [Klager] vraagt een kopie van een dergelijke brief.

De klacht en vervolgreacties zijn opgenomen in de bijlage [niet beschikbaar].
 
Bestuursbesluit
Het bestuur constateert dat
•    de klacht geen inhoudelijke onderbouwing geeft voor niet-integer handelen. Verschil van mening over de inhoud van onderzoek is geen basis voor een discussie over integriteit;
•    de discussie nieuwe informatie heeft opgeleverd over de ecologische situatie ter plekke;
•    het onderzoek en de advisering zijn gebaseerd op verkeerde informatie over de ligging van de toegangsweg ten opzichte van een aangewezen habitattype;
•    het onderzoek (daardoor) in juridisch en ecologisch opzicht foutieve conclusies bevat.
en besluit dat:
•    de rapportage onder opgaaf van redenen dient te worden ingetrokken bij de opdrachtgever en het bevoegd gezag;
•    de opdrachtgever en het bevoegd gezag dienen te worden geadviseerd over de benodigde aanpassingen van de rapportage op basis van de nieuw verkregen informatie en de vragen van [klager];
•    bij eventueel nieuw onderzoek door [bureau] de nieuw verkregen informatie dient te worden betrokken bij de juridische en ecologische analyse.

Het bestuur vraagt [bureau]
•    invulling te geven aan de besluiten van het bestuur;
•    het bestuur en [klager] te informeren over de wijze waarop de invulling is gegeven;
•    voor de uitgangspunten die gebruikt worden bij de effectbeoordeling te verwijzen naar de bron en
•    gebruikte uitgangspunten bij de effectbeoordeling zorgvuldiger te verifiëren.
Het bestuur verbindt geen verdere sancties aan de bevindingen bij deze klacht aangezien aanwijzingen voor een structureel karakter van de geconstateerde tekortkomingen ontbreken.

Het bestuur adviseert [klager]
•    zorgvuldig om te gaan met beschuldigingen van frauduleus gedrag. Dergelijke niet-vrijblijvende beschuldigingen waarbij onderbouwing ontbreekt, zijn niet alleen kwetsend voor het betreffende bureau maar ook blokkerend voor een inhoudelijke discussie over de kwaliteit van onderzoek.

Bekendmaking
Het staat beide partijen vrij bekendheid te geven aan de uitspraken van het bestuur van het Netwerk Groene Bureaus. De ontvangen klacht en het bestuursbesluit naar aanleiding van deze klacht worden gepubliceerd op de website van het Netwerk Groene Bureaus. Publicatie zal plaatsvinden in anonieme vorm waardoor de klacht en maatregelen niet te herleiden zijn tot de indiener van de klacht en tot het betreffende bureau.

Mogelijkheid voor bezwaar
Beide partijen kunnen tegen deze beslissing van het bestuur in beroep gaan bij de Klachtencommissie. Het beroep dient binnen zes weken na verzending van deze beslissing bij de Klachtencommissie te worden ingediend. De Klachtencommissie is te bereiken via secretariaat@netwerkgroenebureaus.nl.


10

(Geanonimiseerd) Bestuursbesluit Netwerk Groene Bureaus naar aanleiding van de klacht dd. 16 november 2016 van [klager] over [bureau], 21 juli 2017


Het Netwerk Groene Bureaus ontving op 16 nov 2016 een klacht van [klager] over de integriteit van [bureau]. De klacht betreft de advisering over de effecten van een rij wilgen op de cultuurhistorische en landschappelijke kwaliteiten en de geschiktheid van een ijsvogelwand voor de ijsvogel.

Naar de mening van [klager] zijn beide adviezen niet integer en heeft [bureau] een advies 'op maat' geschreven voor de opdrachtgever die [klager] omschrijft als een 'goede relatie' van [bureau] vanwege de advisering van [bureau] over meerdere grote projecten van deze opdrachtgever. [Klager] is van mening dat [bureau] de opdracht, die betrekking had op de privéwoonsituatie van de opdrachtgever, had moeten weigeren.
 
De klacht
· heeft betrekking op niet-naleving van de gedragscode, onderdeel integriteit,
· is ingediend door een belanghebbende,
· is niet onredelijk laat ingediend en
· voldoet aan de indieningseisen van de klachtenprocedure.
Daarmee is de klacht ontvankelijk.

Op 13 december 2017 ontving het NGB de reactie van [bureau] op de klacht waarin werd gesteld dat verschillende inhoudelijke standpunten over effecten op cultuurhistorie en landschap mogelijk zijn omdat landschap bediscussieerbaar is. Tevens werd gesteld dat het aanwezige fotomateriaal de conclusie over de ijsvogelwand, destijds in minder goede staat door achterwegenblijvend onderhoud, aannemelijk maakt. [bureau] stelt dat een inhoudelijk verschil van mening over uitgebrachte adviezen geen basis kan zijn voor de klacht over integriteit.

In zijn reactie van 5 januari 2017 heeft [klager] ten aanzien van de advisering over de effecten van een rij wilgen op de cultuurhistorische en landschappelijke kwaliteiten een aantal concrete en controleerbare zaken aangedragen om zijn klacht verder te staven. Na herhaald verzoek is [bureau] ingegaan op deze concretisering van de klacht en heeft, onder herhaling van zijn eerder ingenomen standpunt, aangegeven dat meerdere interpretaties van dezelfde situatie naast elkaar kunnen bestaan, waardenstelling van cultureel erfgoed ingewikkeld is en dat daarin een keuze is gemaakt.

In reactie op het aanbod van [bureau] tot een gesprek heeft [klager] aangegeven alleen schriftelijk te willen communiceren met [bureau]; een gesprek acht hij te belastend.

Bestuursbesluit
Het bestuur constateert dat
•    het adviseren ten behoeve van zowel zakelijke als private belangen van een opdrachtgever een bureau kwetsbaar maakt voor discussies over integriteit waardoor extra hoge eisen gesteld moeten worden aan de onderbouwing van de adviezen;
•    de ontvangen inhoudelijke kritiek op de advisering op zich geen onderbouwing biedt van de klacht over de integriteit van [bureau] aangezien alternatieve verklaringen voor de inhoudelijke verschillen van mening mogelijk zijn (gebrek aan deskundigheid; verschil in interpretatie en/of waardering van landschapscultuurhistorische elementen)
•    de stelligheid van de gedane uitspraken in het advies over de cultuurhistorische en landschappelijke kwaliteiten dermate sterk contrasteert met de relativering van deze uitspraken in de reactie op de klacht dat deze relativering onderdeel had moeten zijn van de advisering;
•    bij advisering over de interpretatie van cultuurhistorische en landschappelijke kwaliteiten meerdere interpretaties mogelijk zijn waardoor aan de motivatie van het advies hoge eisen moeten worden gesteld;
•    de cultuurhistorische en landschappelijke interpretatie van [bureau] summier is gemotiveerd en niet is gehonoreerd door de Bestuursrechter;
•    de beoordeling van een ecologische situatie op basis van een foto die is aangeleverd door een belanghebbende opdrachtgever, onvoldoende basis is voor een gedegen ecologisch oordeel;
•    het IJsvogelrapport niet is gehonoreerd door de Raad van State
en besluit dat:
•    de ingediende klacht geen onderbouwing geeft voor gebrek aan integriteit van [bureau] en
•    beide adviezen van [bureau] onvoldoende zijn gemotiveerd en daarmee zowel inhoudelijk niet overtuigend zijn als ruimte bieden voor de opvatting dat naar de uitkomst is toegeschreven.

Het bestuur wijst er daarbij op dat de onvoldoende onderbouwing van zijn adviezen niet alleen [bureau] zelf kwetsbaar maakt voor verwijten over gebrek aan integriteit maar ook in de maatschappelijke discussies over integriteit binnen de branche van groene adviesbureaus verkeerde beeldvorming stimuleert.

Het bestuur geeft [bureau] de officiële waarschuwing
1.    de onderbouwing van zijn adviezen te verbeteren en
2.    extra zorgvuldigheid te betrachten in situaties van kwetsbaarheid voor integriteitsdiscussies.

Via de reguliere kwaliteitstoetsing van het Netwerk Groene Bureaus zal het bestuur toezien op de onderbouwing van de adviezen.

Bekendmaking
Het staat beide partijen vrij bekendheid te geven aan de uitspraken van het bestuur van het Netwerk Groene Bureaus. De ontvangen klacht en het bestuursbesluit naar aanleiding van deze klacht worden gepubliceerd op de website van het Netwerk Groene Bureaus. Publicatie zal plaatsvinden in anonieme vorm waardoor de klacht en maatregelen niet te herleiden zijn tot de indiener van de klacht en tot het betreffende bureau.

Mogelijkheid voor bezwaar
Beide partijen kunnen tegen deze beslissing van het bestuur in beroep gaan bij de Klachtencommissie. Het beroep dient binnen zes weken na verzending van deze beslissing bij de Klachtencommissie te worden ingediend. De Klachtencommissie is te bereiken via secretariaat@netwerkgroenebureaus.nl.


9
(Geanonimiseerd)  Bestuursbesluit Netwerk Groene Bureaus naar aanleiding van de klacht dd. 31 mei  2016 van [klager] over [bureau], 21 april 2017

[Klager] heeft een handelwijze van [bureau] gemeld wegens strijdigheid met de gedragscode van het NGB met betrekking tot integriteit.

De klager stelt dat [bureau] in een gesprek heeft aangegeven dat [bureau]:
1.    "de wijze van ecologisch onderzoek laat afhangen van risico op beroep en bezwaar. Geen risico, minder onderzoek dan wettelijk vereist. Wel risico, dan conform de protocollen.
2.    geen ontheffing FFW voor overtredingen tenzij opdrachtgevers hier expliciet om vragen. Dus niet conform FFW. Ter legitimatie voerde [bureau] aan dat dit overeenkomstig is met vele andere bureaus en de uitgangspunten van de ecoloog van gemeente ..."

Het bestuur heeft de klacht voorgelegd aan [bureau] waarop onder meer een toelichting is gekregen op de visie, motieven en werkwijzen van [bureau]. [Bureau] geeft aan dat de uitspraak over de wijze van ecologisch onderzoek (eerste deel van de klacht) niet is gedaan; in reactie op punt 2 stelt [bureau] dat, als de zaken ecologisch goed geregeld zijn, [bureau] niet de conclusie opneemt dat het aanvragen van een ontheffing verplicht is. De keuze om een ontheffing aan te vragen laat [bureau] bij de opdrachtgever, tenzij dit ten koste zou gaan van natuur. Dan komt de verplichting tot aanvragen expliciet in het rapport.

Bestuursbesluit
Onderdeel 1 van de klacht
Het bestuur stelt vast dat het doen van de uitspraak waarnaar de klacht van [klager] verwijst, niet is bevestigd door andere aanwezigen bij het gesprek. Het bestuur besluit vanwege de ontoereikende onderbouwing dit onderdeel van de klacht niet in behandeling te nemen.

Onderdeel 2 van de klacht
Het bestuur stelt vast dat
•    in rapportages van [bureau] een eventuele verplichting tot ontheffingaanvraag in voorkomende gevallen niet wordt vermeld;
•    in de visie van [bureau] het wel of niet vermelden van een verplichting dienstbaar moet zijn aan het proces dat dient om ecologisch resultaat te behalen;
•    de integriteit van [bureau] niet in het geding is;
•    een rapport dat als juridisch advies wordt gepresenteerd (bijv. toetsing in kader wetgeving) uitsluitsel dient te geven op de vraag in hoeverre verplichting tot het aanvragen van ontheffingaanvraag vereist is. In niet-juridische rapporten (bijvoorbeeld een inventarisatie / natuurwaardenonderzoek) is dat niet vereist.

Het bestuur besluit dat
•    [bureau] - ter naleving van de gedragscode - in rapporten met juridisch advies uitspraken dient op te nemen over wel/geen verplichting tot het aanvragen van ontheffingen;
•    [bureau] - om aansluiting te houden bij opvattingen en ontwikkelingen daarin binnen het NGB - wordt verplicht gedurende één jaar minimaal vijf NGB-bijeenkomsten (zoals bijeenkomsten van het Vleermuisvakberaad, themabijeenkomsten en ledenvergadering) bij te wonen.

Bekendmaking
Het staat beide partijen vrij bekendheid te geven aan de uitspraken van het bestuur van het Netwerk Groene Bureaus.
De ontvangen klacht en het bestuursbesluit naar aanleiding van deze klacht worden gepubliceerd op de website van het Netwerk Groene Bureaus. Publicatie zal plaatsvinden in anonieme vorm waardoor de klacht en maatregelen niet te herleiden zijn tot de indiener van de klacht en tot het betreffende bureau.

Mogelijkheid voor bezwaar
Beide partijen kunnen tegen deze beslissing van het bestuur in beroep gaan bij de Klachtencommissie. Het beroep dient binnen zes weken na verzending van deze beslissing bij de Klachtencommissie te worden ingediend. De Klachtencommissie is te bereiken via secretariaat@netwerkgroenebureaus.nl


8
Oordeel bestuur Netwerk Groene Bureaus naar aanleiding van een verzoek van [bureau 1] om toetsing van een door [bureau 2] gevolgde werkwijze, 17 maart 2017


Het bestuur van het Netwerk Groene Bureaus ontving op 13 december 2016 een verzoek van [bureau 1] om toetsing van de 'werkwijze/rapportage Nader Onderzoek' die [bureau 2] die in opdracht van [bureau 1] heeft opgesteld. Tussen beide bureaus bestaat verschil van inzicht over de toepassing van het vleermuisprotocol. De vraag werd in overleg tussen [bureau 1] en [bureau 2] bij het NGB neergelegd. Dit verzoek past bij de rol van het NGB als brancheorganisatie en het bestuur heeft dit verzoek opgepakt.

Het bestuur heeft in het kader van hoor en wederhoor [bureau 2] om reactie gevraagd en - op een aantal aspecten - het oordeel van twee onafhankelijk deskundigen gevraagd.

Verzoek om toetsing
[Bureau 1] heeft zijn vraag als volgt gespecificeerd:
1.    Hoe kijkt het NGB aan tegen het (structureel) aanpassen van het tijdstip waarop de inventarisatie is uitgevoerd?
2.    Is het waarschijnlijk dat alle functies voor vleermuizen in een groter gebied in minder dan 2 uur (eis uit vleermuisprotocol) per onderzoeksronde in kaart zijn te brengen?
3.    Kan bij een start voor zonsondergang de inventarisatietijd gewoon worden meegeteld in de minimale bezoeksduur (vleermuizen)?
4.    Het NGB staat voor een kwaliteitskeur. Mochten een of meerdere van de ter toetsing aangeboden onderzoeken niet voldoen aan de minimale eisen, verneem ik graag op welke wijze het bestuur de kwaliteit in zijn algemeenheid beter gaat borgen.

Tevens vraagt [bureau 1], indien [bureau 2] niet zou voldoen aan de gedragsregels van het NGB op te treden als bemiddelaar / mediator om alsnog tot een goed product te komen en (imago-, vervolg) schade voor [bureau 1] te minimaliseren.

Conclusies van het bestuur
Het bestuur baseert zijn inhoudelijk oordeel op
•    de visie van [bureau 1] (onderdeel van de gestelde vraag)
•    de visie van [bureau 2] met betrekking tot vraag 1, 2 en 3 (opgesteld op verzoek van het NGB)
•    de visie van twee onafhankelijk deskundigen met betrekking tot vraag 1, 2 en 3 (opgesteld op verzoek van het NGB).
De overwegingen en conclusies van het bestuur zijn per vraag weergegeven.

1) Hoe kijkt het NGB aan tegen het (structureel) aanpassen van het tijdstip waarop de inventarisatie is uitgevoerd?
Rapportages dienen aan te geven gedurende welke tijdstippen onderzoekers aanwezig waren om de waarnemingen te doen. In de rapportages van [bureau 2] is de periode opgenomen waarbinnen de tijdstippen van waarnemingen vielen, niet de tijdstippen van waarnemen zelf. Deze informatie is onvoldoende als verantwoording voor het naleven van het vleermuisprotocol.

2) Is het waarschijnlijk dat alle functies voor vleermuizen in een groter gebied in minder dan 2 uur (eis uit vleermuisprotocol) per onderzoeksronde in kaart zijn te brengen?
Beide deskundigen zijn van oordeel dat de geleverde onderzoeksinspanning te gering is om met voldoende mate van zekerheid uitspraken te kunnen doen over alle aanwezige functies in het gebied.
Het bestuur neemt deze oordelen over. Tevens constateert het bestuur dat in de rapporten het afwijken van het protocol niet voldoende specifiek wordt onderbouwd.

3) Kan bij een start voor zonsondergang de inventarisatietijd gewoon worden meegeteld in de minimale bezoekduur (vleermuizen)?
Beide deskundigen zijn van oordeel van bestede tijd voor zonsondergang geen onderdeel kan zijn van de inventarisatie-inspanning. Het bestuur neemt deze oordelen over.

4) Het NGB staat voor een kwaliteitskeur. Mochten een of meerdere van de ter toetsing aangeboden onderzoeken niet voldoen aan de minimale eisen, verneem ik graag op welke wijze het bestuur de kwaliteit in zijn algemeenheid beter gaat borgen.
Het bestuur constateert dat de geleverde rapportages niet voldoen aan de kwaliteitseisen van het NGB. Niet voldaan wordt aan de gedragscode artikel 3: "De leden gebruiken inzichten, methoden en handelwijzen die door andere deskundigen erkend worden of zijn in staat het gebruik van afwijkende inzichten e.d. te verdedigen ten opzichte van collega-deskundigen".

Oordeel van het bestuur
Het bestuur is van oordeel dat [bureau 2]
1.    in toekomstig onderzoek het Vleermuisprotocol en soortenstandaards dient toe te passen voor zover afwijkingen daarvan niet te verantwoorden zijn;
2.    zijn opdrachtgever [bureau 1] dient te informeren over de tekortkomingen in de rapportages;
3.    tot genoegen van het bestuur van het NGB dient aan te geven op welke wijze toekomstige naleving van de gedragscode geborgd zal worden. Daarbij geeft het bestuur [bureau 2] in overweging om de motivatie van het navolgen van protocollen en standaarden niet te zoeken in de vraag met welke verantwoording de ontheffingverlener genoegen neemt maar in de vraag in hoeverre de aan- / afwezigheid van functies adequaat beschreven wordt.

Het bestuur zal bij de reguliere toetsing van [bureau 2], als onderdeel van de interne kwaliteitsborging van het NGB, extra aandacht aan - de verantwoording van - gebruikte onderzoeksmethoden besteden.

Het bestuur ziet, indien [bureau 2] op bovengenoemde vragen van het bestuur voldoet, geen aanleiding tot sancties nu dit een eerste klacht over [bureau 2] betreft.

Verzoek om mediatorrol
Het bestuur is gevraagd om - als [bureau 2] niet zou voldoen aan de gedragsregels van het NGB - op te treden als bemiddelaar /mediator om alsnog "tot een goed product te komen en (imago-, vervolg) schade voor [bureau 1] te minimaliseren".

Het NGB wil een mediatorrol vervullen indien beide partijen daar in vrijwilligheid om vragen, bereid zijn in vertrouwelijkheid te werken en vanuit hun belangen - en niet vanuit vooraf ingenomen standpunten - tot een vergelijk te komen. Beide partijen zullen in de mediation zelf tot een oplossing moeten komen. Mediation na uitspraak van het NGB, met als doel op basis van de uitspraak tot een onderling vergelijk te komen valt niet onder de klachtenprocedure; de daarvoor benodigde tijd brengt het NGB in rekening bij beide partijen.

Bekendmaking
Het staat beide partijen vrij bekendheid te geven aan de uitspraken van het bestuur van het Netwerk Groene Bureaus.
Het bestuursoordeel wordt gepubliceerd op de website van het Netwerk Groene Bureaus. Publicatie zal plaatsvinden in anonieme vorm waardoor de vraag en het bestuursoordeel niet te herleiden zijn tot de betrokken partijen.

Mogelijkheid voor bezwaar
Beide partijen kunnen tegen dit oordeel van het bestuur in beroep gaan bij de Klachtencommissie. Het beroep dient binnen zes weken na verzending van deze beslissing bij de Klachtencommissie te worden ingediend. De Klachtencommissie is te bereiken via secretariaat@netwerkgroenebureaus.nl


7

(Geanonimiseerd) Bestuursbesluit Netwerk Groene Bureaus naar aanleiding van de klacht dd. 13 januari 2016 van [klager] over [bureau], 25 juli 2016

Het bestuur van het Netwerk Groene Bureaus ontving op 13 januari 2016 een klacht van [klager]  over [bureau] naar aanleiding van in 2015 uitgevoerd onderzoek bij [gebied]. De klacht heeft betrekking op de uitvoering van een musseninventarisatie  ten behoeve van de voorgenomen sloop van een honderd jaar oud pand met pannendak. De klacht betreft 'zeer slecht gekeken' en 'niet volgens de geldende soortstandaard voor huismussen gewerkt'.

De klacht is op 14 januari 2016 toegestuurd aan [bureau]. Op 4 feb. 2016 ontving het Netwerk Groene Bureaus een reactie op de klacht, op 24 maart 2016 gevolgd door een aanvulling.
In zijn reactie erkent [bureau] tekortkomingen in de advisering.

Bestuursbesluit
Het bestuur constateert dat
•    de toegepaste methode niet voldoende is om in deze situatie (met een niet sluitende dakpannenlaag) de aanwezigheid van huismus uit te sluiten;
•    [bureau] is zich bewust is van het onderzoeksmanco;
•    de opdrachtgever niet geïnformeerd is over de noodzaak van nader onderzoek (naar moeilijk bereikbare plekken);  
•    het onderzoek niet volledig is doordat conclusie en eindadvies niet volledig en correct zijn;
•    de conclusie van het onderzoek dat het aanvragen van een ontheffing van de Flora- en faunawet niet nodig is, onvoldoende is onderbouwd en
•    de tekortkomingen van het onderzoek niet zijn opgemerkt binnen [bureau].   

Het bestuur vraagt [bureau]
•    de opdrachtgever te informeren over de benodigde nuancering van de conclusies uit het onderzoek (met cc. aan [klager] en het bestuur van het Netwerk Groene Bureaus);
•    zich te houden aan het onderdeel van de gedragscode dat stelt: "De leden gebruiken inzichten, methoden en handelwijzen die door andere deskundigen erkend worden of zijn in staat het gebruik van afwijkende inzichten e.d. te verdedigen ten opzichte van collega- deskundigen." en
•    de interne kwaliteitscontrole aan te scherpen.

Het bestuur zal bij de toekomstige reguliere toetsing van [bureau], als onderdeel van de interne kwaliteitsborging, extra aandacht aan - de verantwoording van - gebruikte onderzoeksmethoden besteden.

Het bestuur ziet, indien [bureau] op bovengenoemde wijze aan de klacht voldoet, geen aanleiding tot sancties nu dit een eerste klacht over [bureau] betreft.

Bekendmaking
Het staat beide partijen vrij bekendheid te geven aan de uitspraken van het bestuur van het Netwerk Groene Bureaus.
De ontvangen klacht en het bestuursbesluit naar aanleiding van deze klacht worden gepubliceerd op de website van het Netwerk Groene Bureaus. Publicatie zal plaatsvinden in anonieme vorm waardoor de klacht en maatregelen niet te herleiden zijn tot de indiener van de klacht en tot het betreffende bureau.

Mogelijkheid voor bezwaar
Beide partijen kunnen tegen deze beslissing van het bestuur in beroep gaan bij de Klachtencommissie. Het beroep dient binnen zes weken na verzending van deze beslissing bij de Klachtencommissie te worden ingediend. De Klachtencommissie is te bereiken via secretariaat@netwerkgroenebureaus.nl


6

(geanonimiseerd) Bestuursbesluit Netwerk Groene Bureaus naar aanleiding van de klacht dd. 21 oktober 2015 van [klager]  over [bureau], 8 maart 2016

Het bestuur van het Netwerk Groene Bureaus ontving op 21 oktober 2015 een klacht van [klager]  over [bureau] naar aanleiding van in 2014 uitgevoerd natuuronderzoek t.b.v. …. De klacht betreft het 'niet-onderzoeken van een gebied waarvan bekend is dat dit als foerageergebied voor vleermuizen dienst doet'. Bij de klacht wordt gerefereerd aan artikel 4. van de gedragscode van het Netwerk Groene Bureaus dat betrekking heeft op integriteit.

Na de ontvangstbevestiging op 21 oktober 2015 is de reactie van [bureau] op 12 november 2015 toegestuurd aan [klager]. In de reactie geeft [bureau] aan welke 'leermomenten' zij voor toekomstige advisering ontlenen aan de klacht. De [klager] acht 'in dat opzicht' zijn klacht tot tevredenheid beantwoord. Wel zet de [klager] vraagtekens bij de interne kwaliteitscontrole van [bureau].  
 
Bestuursbesluit
Het bestuur constateert dat
•    de rapportage onvoldoende duidelijk maakt dat het betreffende onderzoek is uitgevoerd en daarmee de advisering onvoldoende navolgbaar is;
•    de rapportage daarmee ruimte geeft om het toeschrijven naar een wenselijke uitkomst te veronderstellen;
•    [bureau] de tekortkomingen (h)erkent;
•    [bureau] adequate 'leermomenten' voor toekomstige advisering heeft ontleend aan de klacht en
•    de tekortkomingen van de rapportage niet zijn opgemerkt bij de interne kwaliteitscontrole van [bureau].  

Het bestuur vraagt [bureau]     
•    de interne kwaliteitscontrole - zoals voorgenomen - aan te scherpen op de geconstateerde leerpunten en
•    de interne kwaliteitscontrole kritisch te bezien op andere mogelijke verbeterpunten, gebruik makend van de leerpunten die voortkomen uit de ledentoetsing van het Netwerk Groene Bureaus.

Het bestuur zal bij de toekomstige reguliere toetsing van [bureau], als onderdeel van de interne kwaliteitsborging, extra aandacht aan de toepassing van de leerpunten besteden.

Het bestuur ziet, indien [bureau] op bovengenoemde wijze aan de klacht voldoet, geen aanleiding tot sancties: er is geen aanleiding te veronderstellen dat de tekortkomingen in de advisering een opzettelijk dan wel structureel karakter hebben.

Bekendmaking
Het staat beide partijen vrij bekendheid te geven aan de uitspraken van het bestuur van het Netwerk Groene Bureaus.

De ontvangen klacht en het bestuursbesluit naar aanleiding van deze klacht worden gepubliceerd op de website van het Netwerk Groene Bureaus. Publicatie zal plaatsvinden in anonieme vorm waardoor de klacht en maatregelen niet te herleiden zijn tot de indiener van de klacht en tot het betreffende bureau.

Mogelijkheid voor bezwaar
Beide partijen kunnen tegen deze beslissing van het bestuur in beroep gaan bij de Klachtencommissie. Het beroep dient binnen zes weken na verzending van deze beslissing bij de Klachtencommissie te worden ingediend. De Klachtencommissie is te bereiken via secretariaat@netwerkgroenebureaus.nl


5

(geanonimiseerd) Bestuursbesluit Netwerk Groene Bureaus naar aanleiding van de klacht dd. 26 februari 2015 van [klager] tegen [bureau], 15 april 2015

Het bestuur van het Netwerk Groene Bureaus ontving op 26 februari 2015 een klacht van [klager] over [bureau] naar aanleiding van [onderwerp]. De klacht betreft het niet-voldoen aan de gedragscode van het Netwerk Groene Bureaus ten aanzien van deskundig, verantwoord, respectvol en integer adviseren.

Op 26 maart 2015 besprak het bestuur van het Netwerk (Johan Burger, Lennart Turlings en Bas van Leeuwen) de klacht met de indieners van de klacht en het bureau. In het gesprek werd de klacht voor wat betreft de advisering door [bureau], samengevat in de volgende punten:
- de onderbouwing van uitspraken over groot openbaar belang, locatie alternatieven en de aanpassingen daarin in opeenvolgende rapportages;
- de effecten van de ingreep op de aanwezige [soort].

Bestuursbesluit
-
Het bestuur constateert dat de besproken rapportage onvoldoende duidelijkheid biedt over de  verantwoordelijkheid voor daarin opgenomen uitspraken over groot openbaar belang en locatie alternatieven. De verantwoordelijkheid daarvoor ligt bij […] wat niet wordt vermeld in de rapportage.
- Het bestuur constateert dat de advisering over de effecten van de ingreep gebaseerd is op een goede ecologische benadering, transparant is beschreven en voor toetsing is voorgelegd aan RVO.nl. Voor de - op basis van de conclusies van de advisering aanwezige - optie om een dergelijke toetsing niet te laten uitvoeren, is niet gekozen.
- Het bestuur constateert dat de effectbeoordeling berust op gegevens over […] in een publicatie van 2007. Een veldbezoek heeft niet plaatsgevonden; de aanwezigheid van […] is hiermee niet afdoende vastgesteld.
- Het bestuur constateert ten aanzien van de gedragscode dat sprake is van verantwoord, respectvol en integer adviseren.
- Het bestuur constateert dat de advisering tekortschiet voor wat betreft de verantwoording van opgenomen uitspraken en de actualiteit van gebruikte gegevens (artikel 1.3 van de gedragscode, onderdeel deskundigheid).
- Het bestuur vraagt [bureau] in toekomstige rapportages
     o  een goede verantwoording te geven voor opgenomen uitspraken en
     o  gegevens te gebruiken die voldoen aan eisen van actualiteit.
- Het bestuur vraagt [bureau] ter voldoening van de klacht:
     o  zijn opdrachtgever te informeren over de genoemde tekortkomingen in de advisering
     o  te zorg te dragen voor actuele informatie over […] en de opdrachtgever te informeren over de juridische consequenties van het gebruik van niet-actuele gegevens dan wel de conclusies die op deze informatie zijn gebaseerd, in te trekken.

Het bestuur ziet, indien [bureau] op bovengenoemde wijze aan de klacht voldoet, geen aanleiding tot verdere sancties aangezien er geen aanleiding is te veronderstellen dat de tekortkomingen in de advisering een structureel karakter hebben.

Bekendmaking
Het staat beide partijen vrij bekendheid te geven aan de uitspraken van het bestuur van het Netwerk Groene Bureaus.
De ontvangen klacht en het bestuursbesluit naar aanleiding van deze klacht worden gepubliceerd op de website van het Netwerk Groene Bureaus. Publicatie zal plaatsvinden in anonieme vorm waardoor de klacht en maatregelen niet te herleiden zijn tot de indiener van de klacht en tot het betreffende bureau.

Mogelijkheid voor bezwaar
Beide partijen kunnen tegen deze beslissing van het bestuur in beroep gaan bij de Klachtencommissie. Het beroep dient binnen zes weken na verzending van deze beslissing bij de Klachtencommissie te worden ingediend. De Klachtencommissie is te bereiken via secretariaat@netwerkgroenebureaus.nl


4
(geanonimiseerd) Bestuursbesluit Netwerk Groene Bureaus naar aanleiding van de klacht dd. 14 februari 2014 van [klager] tegen [bureau] 24 april 2014

Het bestuur van het Netwerk Groene Bureaus ontving op 14 februari 2014 een klacht van [klager] over de [bureau] naar aanleiding van het rapport …. De klacht betreft het in aanzienlijke mate letterlijk overnemen van teksten en van figuren zonder bronvermelding uit een rapportage van [klager].

Op 6 maart 2014 heeft de [bureau] op deze klacht gereageerd. Daarbij geeft de [bureau] aan de situatie ten zeerste te betreuren en niet in overeenstemming te achten met de gedragscode van het Netwerk. [bureau] heeft zijn excuses aangeboden aan [klager] en zal de rapportage aanpassen en in de kwaliteitsborgingsprocedure het juist citeren en bronvermelding benadrukken. Op basis van de ingediende klacht van [klager] en de reactie daarop van [bureau] stelt het bestuur het volgende vast.

Bestuursbesluit
1. Het bestuur van het Netwerk Groene Bureaus heeft geconstateerd dat [bureau] in de betreffende rapportage niet voldoet aan de eisen van de gedragscode voor wat betreft "De leden stellen werk van collega’s niet voor als eigen werk".
2. Het bestuur acht een zorgvuldiger omgaan met het intellectueel eigendom van andere leden - waar een juiste citatie en bronvermelding een onderdeel van is - via aanpassing van interne procedures en/of verbetering van de naleving van bestaande interne procedures door [bureau] noodzakelijk. Het bestuur ontvangt graag een rapportage over uitgevoerde acties die deze klachten voorkomen.
3. Het bestuur verlangt aanpassing van de wijze van rapporteren in overleg met [klager].
4. Het bestuur ziet geen aanleiding voor verdere sancties nu uit de klacht geen structurele handelwijze blijkt, [bureau] de tekortkoming direct erkend heeft, excuses heeft aangebonden, de wijze van rapporteren in overeenstemming met [klager] heeft aangepast en de kwaliteitsborgingsprocedure zal aanpassen.

Overige punten
De ontvangen klacht en het bestuursbesluit naar aanleiding van deze klacht worden gepubliceerd op de website van het Netwerk Groene Bureaus. Publicatie zal plaatsvinden in anonieme vorm waardoor de klacht en maatregelen niet te herleiden zijn tot de indiener van de klacht en tot het betreffende bureau.

Mogelijkheid voor bezwaar
[klager] en [bureau] kunnen tegen de beslissing van het bestuur in beroep gaan bij de Klachtencommissie. Het beroep moet binnen zes weken na verzending van de beslissing door het bestuur bij de Klachtencommissie worden ingediend. De Klachtencommissie is te bereiken via secretariaat@netwerkgroenebureaus.nl.


3

(geanonimiseerd) Bestuursbesluit Netwerk Groene Bureaus naar aanleiding van de klacht van [bureau] tegen [bureau], ontvangen op [datum] 2013

Het bestuur van het Netwerk Groene Bureaus heeft op 23 oktober 2013 een klacht van [bureau] over het [rapport] van [bureau] besproken met [gespreksdeelnemers]. Op basis van de ingediende klacht, de eigen beoordeling van het bestuur van het werk van [bureau] en het gesprek stelt het bestuur het volgende vast.

Bestuursbesluit
1. Het bestuur van het Netwerk Groene Bureaus heeft geconstateerd dat [bureau] in de betreffende rapportage onvoldoende voldoet aan de eisen van de gedragscode met betrekking tot "een inhoudelijk verantwoorde advisering, zowel ten aanzien van de belangen van de opdrachtgever, de maatschappij als de natuur".
2. Het bestuur van het Netwerk Groene Bureaus acht betere borging van de navolgbaarheid en volledigheid van rapportages via aanpassing van interne procedures en/of verbetering van de naleving van bestaande interne procedures door [bureau] noodzakelijk. Het verbeterplan ziet het bestuur graag ter informatie tegemoet.
3. Het bestuur van het Netwerk Groene Bureaus ziet geen aanleiding voor sancties nu aanpassing van de rapportage heeft plaatsgevonden.

Overige punten
Het bestuur van het Netwerk Groene Bureaus heeft geconstateerd dat de wijze van formulering van de klacht (toonzetting en woordgebruik) een inhoudelijke bespreking van de klacht - met kwaliteitsbevordering als doel - in de weg heeft gestaan.

De ontvangen klacht en het bestuursbesluit naar aanleiding van deze klacht worden gepubliceerd op de website van het Netwerk Groene Bureaus. Publicatie zal plaatsvinden in anonieme vorm waardoor de klacht en maatregelen niet te herleiden zijn tot de indiener van de klacht en tot het betreffende bureau.


2

(Geanonimiseerd) Bestuursbesluit Netwerk Groene Bureaus 10 mei 2013 naar aanleiding van de klacht van [klager] tegen [bureau], ontvangen op [datum] 2012

Het bestuur van het Netwerk Groene Bureaus heeft kennis genomen van  het intrekken van de ingediende klacht tegen [bureau]. Daarmee is voor het bestuur de klacht afgehandeld.

De aanleiding tot de klacht was een veronderstelde uitspraak over de deskundigheid van een collegabureau. De betreffende uitspraak bleek echter niet gedaan.


1
(Geanonimiseerd) Bestuursbesluit Netwerk Groene Bureaus 13 december 2012
naar aanleiding van de klacht van [klager] tegen [bureau], ontvangen op [datum] 2012

Het bestuur van het Netwerk Groene Bureaus heeft op 4 december 2012 een klacht van [klager] over het werk van [bureau] besproken met [klager] en [bureau]. In de periode tussen het indienen van de klacht en het gesprek heeft overleg plaatsgevonden tussen [klager] en [bureau] om tot een vergelijk te komen. Op basis van de ingediende klacht, de eigen beoordeling van het bestuur van het werk van [bureau] en het gesprek stelt het bestuur het volgende vast.

Bestuursbesluit

1. Het bestuur van het Netwerk Groene Bureaus heeft geconstateerd dat [bureau] de gedragscode van het Netwerk overtreedt ten aanzien van het onderdeel 'deskundigheid'. Daardoor voldoet [bureau] niet aan de kwaliteitseisen die het Netwerk aan zijn leden stelt.
2. Het bestuur van het Netwerk Groene Bureaus geeft [bureau] de officiële waarschuwing dat kwaliteitsverbetering vereist is.
3. Het bestuur van het Netwerk Groene Bureaus beoordeelt over een jaar of de kwaliteit van het werk van [bureau] verbeterd is en aan de eisen van het Netwerk voldoet. Daartoe verplicht het bestuur van het Netwerk Groene Bureaus [bureau] uiterlijk 13 december 2013 drie rapportages ter beoordeling aan te bieden.
4. Indien over een jaar niet aan de kwaliteitseisen wordt voldaan, zal het bestuur besluiten over de daaraan te verbinden consequenties.
5. Het bestuur van het Netwerk Groene Bureaus verplicht [bureau] deel te nemen aan de themabijeenkomsten van het Netwerk (tenzij zwaarwegende redenen, ter beoordeling van het bestuur, zich daartegen verzetten).

Overige punten

Het bestuur van het Netwerk Groene Bureaus adviseert [bureau] voor het verbeteren van de kwaliteit gebruik te maken van begeleiding door een coach die het werkveld kent.

Het bestuur van het Netwerk Groene Bureaus heeft met instemming geconstateerd dat inmiddels gevolg is gegeven aan het verzoek van de indiener van de klacht om reeds uitstaande of gehonoreerde offertes voor onderzoek die niet voldoen aan [kwaliteitseis] te herzien.

De ontvangen klacht en de maatregelen die het Netwerk heeft genomen naar aanleiding van deze klacht worden gepubliceerd op de website van het Netwerk Groene Bureaus. Publicatie zal plaatsvinden in anonieme vorm waardoor de klacht en maatregelen niet te herleiden zijn tot de indiener van de klacht en tot het betreffende bureau.

Mogelijkheid voor bezwaar

[bureau] kan tegen de beslissing van het bestuur in beroep gaan bij de klachtencommissie. Het beroep moet binnen zes weken na verzending van de beslissing door het bestuur bij de klachtencommissie worden ingediend. De klachtencommissie is te bereiken via secretariaat@netwerkgroenebureaus.nl