Netwerk Groene Bureaus

netwerk groene bureaus
brancheorganisatie voor kwaliteitsbevordering en belangenbehartiging

Het Netwerk Groene Bureaus is de brancheorganisatie voor ecologisch advies en onderzoek. Honderd adviesbureaus werken daarin samen aan kwaliteitsbevordering en belangenbehartiging. Het Netwerk Groene Bureaus vertegenwoordigt driekwart van de ecologische adviseurs bij adviesbureaus.

Het bestuur toetst sinds 2014 de kwaliteit van zijn leden. Van zittende leden worden drie rapportages en cv's intercollegiaal getoetst op basis van onderstaande toetsingscriteria die zijn ontleend aan de gedragscode. De toetsing is vooral gericht op leren; de getoetste bureaus kunnen met de beoordelaars in gesprek gaan over de toetsing.
Ingaande 2014 werden jaarlijks tien willekeurig gekozen leden getoetst, en sinds 2022 eenderde (ong. vijfentwintig) van de leden. De toename in het aantal getoetste bureaus weerspiegelt de groei van het aantal aangesloten bureaus en leidt tot een toetsfrequentie van ééns in de drie jaar voor elk bureau.

Als de uitkomst van de toetsing daar aanleiding voor geeft, stelt het beoordeelde bureau een verbeterplan op. Dat gebeurt op eigen initiatief of op verzoek van het bestuur. Het bestuur beoordeelt het verbeterplan.

Bureaus die zich voor het lidmaatschap aanmelden, krijgen eenzelfde toetsing.

Toetsingscriteria

t.a.v. conclusies en adviezen
1.  de ecologische en juridische navolgbaarheid van de conclusies
2.  praktische bruikbaarheid van de aanbevelingen
3.  duidelijkheid over de verantwoordelijkheid van het eigen bureau of van derden voor (onderdelen van) de rapportages

t.a.v. onderzoeken
4.  de volledigheid van de uitgevoerde onderzoeken
5.  de zorgvuldigheid van de uitgevoerde onderzoeken
6.  helderheid over de vraagstelling, doelen van het onderzoek en eventueel te beoordelen ingrepen
7.  de verantwoording van gemaakte keuzen in het onderzoek (bijv. wel of niet meegenomen aspecten)
8.  toepassing van bestaande en erkende protocollen, procedures en methoden, onder verwijzing naar toegankelijke bronnen
9.  verantwoording bij het afwijken van erkende protocollen, procedures en methoden
10.  inzetten van een 'maatschappelijk redelijke' inspanning voor het onderzoek, waarbij de beperkingen worden aangegeven en die in overeenstemming is met de te verwachten inzet door andere experts
11.  volledigheid, actualiteit, relevantie en controleerbaarheid van het gebruik van bronnen, ook over de omgeving van het plangebied
 
t.a.v. kennis
12.  wetenschappelijke kennis over het werkveld
13.  juridische kennis over het werkveld
14.  kennis van beleid(sdocumenten), van belang voor het werkveld
15.  kennis van maatschappelijke ontwikkelingen, van belang voor het werkveld