1 juni 2011
Het vleermuisprotocol 2011 is vastgesteld. Het protocol is de standaard voor onderzoek naar de aanwezigheid van vleermuizen. Het protocol beschrijft het vooronderzoek dat nodig is om de kans op aanwezigheid van vleermuizen vast te stellen. Bij aantasting van hun leefgebied door bijvoorbeeld spouwmuurisolatie en sloop van gebouwen zijn begeleidende maatregelen en een ontheffingsaanvraag voor de Flora- en faunawet nodig.
De brancheorganisatie Netwerk Groene Bureaus (NGB) en de Zoogdiervereniging ontwikkelden in 2009 in overleg met de Dienst Landelijk Gebied (DLG) en de Gegevensautoriteit Natuur (GaN) het eerste protocol. Sindsdien wordt het protocol jaarlijks geactualiseerd. De organisaties werken hiervoor samen in het Vleermuisvakberaad. De Gegevensautoriteit Natuur stelt het protocol formeel vast.
Het protocol is aangepast naar de meest recente wetenschappelijke inzichten en praktijkervaring. Discussiepunten en onderzoeksfeiten die het afgelopen seizoen aan het licht kwamen zijn voorgelegd aan het vleermuisvakberaad. Op grond van de kennis van deze deskundigen zijn een aantal verbeteringen aangebracht in het protocol. Dit komt vooral de kwaliteit van het onderzoek ten goede, terwijl met een goede planning de efficiëntie verbetert en daarmee de maatschappelijke kosten niet toe nemen.
Het protocol voldoet aan de eisen die het bevoegd gezag stelt en biedt eenduidigheid over het begrip “gedegen onderzoek’’ uit de uitvoeringsregeling Flora- en faunawet. Het toepassen van het protocol geeft grote mate van zekerheid dat de Dienst Landelijk Gebied bij een ontheffingsaanvraag geen aanvullend inventarisatieonderzoek verlangt en dat een onderzoek stand houdt in een eventuele juridische procedure. In het bijzonder als de aanwezigheid van gebiedsfuncties van vleermuizen volgens het protocol kan worden uitgesloten.
Het protocol is praktisch en goed uitvoerbaar, mits tijdig een ecologisch adviseur wordt ingeschakeld. Door gebruik te maken van het protocol komen partijen niet voor onnodig hoge kosten te staan wanneer zij bij een ruimtelijke ingreep willen weten waar vleermuizen zitten.
Het vleermuisprotocol wordt gezien als hulpmiddel voor de ecologisch geschoolde waarnemer. Het NGB stimuleert het gebruik van het protocol bij haar leden. De Zoogdiervereniging voldoet bij haar eigen veldwerk aan het protocol en beveelt het gebruik ervan bij iedereen aan.
Het protocol is te vinden op de websites van het Netwerk Groene Bureaus en de Gegevensautoriteit Natuur.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met:
Reinier Meijer, voorzitter Vleermuisvakberaad, telefoon 0592 316 206
Ruud Bink, NGB, relatiemanager Gegevensautoriteit Natuur, telefoon 0317 482 901