Netwerk Groene Bureaus

netwerk groene bureaus
brancheorganisatie voor kwaliteitsbevordering en belangenbehartiging

13 nov 2024

Verdichten en groen aanleggen: het lijkt een tegenstelling, maar in de praktijk kunnen beide samengaan. Ruim dertig gemeentemedewerkers en zo’n tachtig ecologisch en stedenbouwkundig adviseurs spraken op 13 november 2024 over dit thema in Nijmegen. De bijeenkomst Bouwen en stadsnatuur van de toekomst werd georganiseerd door het Netwerk Groene Bureaus en de gemeente Nijmegen en geopend door wethouder Cilia Daemen van stadsvergroening en klimaatadaptatie.


De groeiende woningbouwopgave, achteruitgang van biodiversiteit en voortgaande klimaatverandering vergroten het belang van natuur in de stad. Daar waren alle aanwezigen op de bijeenkomst het over eens. Gemeenten staan bij inbreidingslocaties of nieuwe woonwijken voor het dilemma van verdichting én stadsnatuur en zoeken daarbij naar nieuwe evenwichten. Wat zijn de mogelijkheden? Welke stadsnatuur zien zij voor zich? Zijn verdichting van woonwijken en stadsnatuur onverenigbaar? Wat zijn bruikbare visies om die stadsnatuur te realiseren? Hoe kunnen gemeenten op stadsnatuur sturen, welke aanpakken zijn daarbij mogelijk, welke tools beschikbaar?

Presentaties
De gemeenten Amersfoort en Nijmegen, de WUR, adviesbureaus Arcadis, Ecogroen, Naturio, Tauw en Waardenburg Ecology en BPD Ontwikkeling deelden hun ervaringen met tools voor het ontwikkelen van stadsnatuur, waaronder het formuleren van duidelijke gemeentelijke ambities, de inzet van regelgeving als de Natuurherstelwet, het werken met gidssoorten, het publiceren van stappenplannen voor natuurinclusief bouwen, opnemen van ecologen in ontwerpteams, samenwerken met bewoners, het stimuleren van monitoring en van natuurbeleving en - als basis - het uitdragen en concreet maken van het belang van stadsnatuur.

Praktijkadviezen
Na verschillende presentaties discussieerden sprekers en deelnemers onder leiding van dagvoorzitter Beno Koolstra ((bestuurslid Netwerk Groene Bureaus) over het thema. Uit de discussie kwam een aantal praktijkadviezen:
  • Weet als ecoloog hoe stedenbouw in elkaar steekt. Spreek daarom de taal van stedenbouwkundigen. Zorg ervoor dat je bij alle fasen in de planvorming betrokken bent, zoals bestemmings- financieel, juridisch en uitvoeringsplan en heb je informatie op orde om goed met andere disciplines te kunnen discussiëren.
  • Bouw omhoog! Vooral in dorpen is hier terughoudendheid over, maar het levert veel oppervlakte op voor vergroening. In kleine kernen wordt daarvoor al snel verwezen naar het beschikbare buitengebied. Maar kinderen komen vaak een dorp niet uit en groen in de directe leefomgeving is dan ook nodig om te spelen en voor natuurbeleving.
  • Met bouwen op basis van alleen inbreiden lukt de opgave voor vergroening niet. Uitbreiden, wat ook snellere bouw mogelijk maakt, is nodig. Dit vraagt creativiteit, meebewegen, begrip van het bouwproces en weten wat de bouw van de ecoloog nodig heeft. Verdiep je in hun proces.
  • Hoe krijg je bewoners mee met vergroening? Maak ideeën zichtbaar, zet daarvoor nieuwe projecten op of gebruik bestaande. Vertel je verhaal breder, laat zien dat groen belangrijk is. De bredere betekenis van groen wordt, ook in kleinere kernen, zichtbaar door onder meer de WOZ-waarde, het effect op gezondheid en mogelijkheden voor natuurbeleving dicht bij huis. Die waarden zijn aangetoond, gebruik dus die informatie.
  • Bewoners en ecologen denken soms verschillend over natuur. Een natuurgebied wordt al snel een hondenuitlaatplek. Werk daarom samen met ontwerpers om het gebruik goed te regelen. Probeer zonering aan te brengen, met dicht bij huis een cultuurlijke inrichting en verder weg een steeds natuurlijker inrichting.