14 juni 2023
Nieuwe inzichten geven aanleiding om dit najaar het Vleermuisprotocol 2021 voor diverse soorten te evalueren en tot een nieuwe versie te komen, met oktober 2023 als planning. Voor de meervleermuis worden nu al enige aanpassingen geadviseerd op basis van de opgedane kennis in de vele onderzoeken in de afgelopen jaren.
Vleermuisprotocol 2021
Voor veldinventarisatie naar vleermuizen wordt in Nederland het Vleermuisprotocol 2021 gebruikt. Dit protocol geeft handvatten om met grote mate van juridische zekerheid vast te stellen, of uit te sluiten, of een soort of functie in een plangebied voorkomt. Nieuwe inzichten geven aanleiding om dit najaar het Vleermuisprotocol 2021 voor diverse soorten te evalueren en tot een nieuwe versie te komen. Het Netwerk Groene Bureaus streeft naar een nieuwe versie in oktober 2023. De nieuwe versie wordt in concept ter consultatie voorgelegd aan onder meer de leden van het Netwerk Groene Bureaus. Deze planning biedt de mogelijkheid om vleermuisonderzoeken in 2024 volgens de nieuwste inzichten conform een vernieuwd protocol te kunnen offreren en uitvoeren. Formele vaststelling door het Netwerk Groene Bureaus en de Zoogdiervereniging volgt in februari 2024.
Meervleermuis
2023 is het jaar van de meervleermuis en is een soort met een ongunstige staat van instandhouding. Het Netwerk Groene Bureaus geeft een aantal handvatten om dit jaar net even beter naar de meervleermuis te kijken. Gezien de afnemende populatie en het feit dat meervleermuizen regelmatig van verblijfplaats wisselen, wordt het steeds moeilijker om gedrag waar te nemen dat duidt op verblijfplaatsen. Dit principe geldt voor zowel avondbezoeken waarbij uitvliegende dieren worden gezocht als bij ochtendbezoeken waarbij zwermende en invliegende dieren worden gezocht.
Vanuit expert judgement is bekend dat het uitvoeren van ochtendbezoeken de meeste zekerheid biedt om een meervleermuis verblijfplaats uit te sluiten dan wel vast te stellen. Het Vleermuisprotocol 2021 vereist dat een veldbezoek verplicht eindigt 60 minuten voor zonsopgang, wat betekent dat het bezoek 3 uur voor zonsopgang moet beginnen, met daarbij de kanttekening dat ochtendbezoeken in de juiste periode uitgevoerd dienen te worden. Het uiteenvallen van de kraamverblijven begint eind juni (rond 25 juni). Jonge dieren blijven vaak nog in het kraamverblijf, maar ze hebben minder binding en vormen niet altijd een hechte groep. In juli is het nog mogelijk om een kraamverblijf te vinden, maar er bestaat ook een kans dat de groep de omgeving al heeft verlaten of dat de groep alleen nog tijdelijke verblijfplaatsen gebruikt. Het Vleermuisprotocol 2021 geeft als richtlijn voor de meervleermuis 1 mei (15 mei) - 15 juli, waarbij 1 ronde in juni wordt geadviseerd. In het kader van kwaliteitsborging is het advies om dit jaar de ochtendbezoeken voor eind juni uit te voeren.
Tabel: Overzicht van de inventarisatie periodes.
Kraamverblijf = een verblijfplaats van een kraamkolonie. Een kraamkolonie bestaat uit een groep vrouwtjes met een netwerk van 2-7 verblijfplaatsen.
Transitieverblijf = een verblijftype welke snel van functie lijkt te wisselen. Hier worden geen jongen geboren. Hele jaar bezet door mannen, vanaf eind juni aangevuld door vrouwen (dan gemengd) en later soms ook voor paring gebruikt.
Verder maakt een kolonie meervleermuizen over het algemeen gebruik van een netwerk van 2 tot 7 kraamverblijfplaatsen, waarbij de dieren meestal één hoofdverblijf hebben en meerdere satellieten. De kleinere satelliet verblijfplaatsen worden gebruikt door minder dieren. Ook het vinden van de kleinere satelliet verblijfplaatsen is essentieel in het kader van het behoud van de meervleermuis in Nederland. Wanneer er aanleiding is om te verwachten dat er een netwerk van een kolonie aanwezig is in de omgeving van het plangebied is het noodzakelijk om één of meer aanvullende ochtendbezoeken uit te voeren.