24 juni 2016
Het Netwerk Groene Bureaus bracht zijn zienswijze uit op de Noord-Hollandse uitvoeringsregels voor de Wet natuurbescherming. De uitvoeringsregels zijn beoordeeld vanuit het perspectief van de kwaliteit van besluitvorming. Het NGB gaf zes aanbevelingen.
Het NGB heeft gekeken of de besluitvorming die Wet natuurbescherming beoogt, door de uitvoeringsregels effectief en efficiënt kan plaatsvinden. Zijn de uitvoeringsregels uitvoerbaar en handhaafbaar; worden de doelen van de wet gehaald? Het NGB komt tot de volgende aanbevelingen.
1. Evaluatie onderdeel van uitvoeringsregels maken
Kwaliteit van besluitvorming neemt toe door te leren van genomen besluiten. Het NGB acht het opnemen van een voornemen tot evaluatie van de uitvoeringsregels wenselijk.
2. Doorwerking gedragscodes van de rijksoverheid opnemen
De uitvoeringsregels geven aan onder welke omstandigheden en voor welke soorten een vrijstelling geldt. Daarbij wordt vrijstelling op basis van gedragscodes die het ministerie van EZ vaststelt, niet genoemd. Het NGB vraagt de wijze van doorwerking van deze gedragscodes te benoemen.
3. Vrijstelling soorten baseren op trendanalyses en de Rode Lijst-status
Vrijstelling voor ruimtelijke ingrepen wordt gebaseerd op de algemeen vrijgestelde soorten volgens de huidige Flora- en faunawet. Het NGB adviseert de vrijstellingen in Noord-Holland te baseren op trendanalyses, de Rode Lijst-status en het voorkomen in de provincie.
4. Overgangsperiode voor actualisering van flora- en faunagegevens hanteren
De uitvoeringsregels schrijven voor de effectbeoordeling bij een vergunningsaanvraag te baseren op onderzoeksgegevens van maximaal drie jaar oud. De terreinbeherende organisaties van Natura 2000-gebieden hanteren vaak een monitoringsinterval van zes tot tien jaar waardoor actuele data niet altijd voorhanden zijn. Het NGB stelt voor om een overgangsregeling op te nemen voor het jaar 2017 om actuele data te kunnen verzamelen zonder de voortgang van projecten te frustreren.
5. Vergunningaanvragen mede baseren op N2000-gegevens
Bij vergunningaanvragen dient de effectbeoordeling op het voorkomen van habitattypen gebruik te maken van de gegevens uit Aerius, eventueel aangevuld met veldkarteringen. In Aerius zijn voornamelijk de stikstofgevoelige habitattypen goed weergegeven; andere habitattypen zijn minder goed weergegeven. Het NGB stelt voor bij de effectbeoordeling in vergunningaanvragen ook het gebruik voor te schrijven van gegevens uit aanwijzingsbesluiten en beheerplannen van N2000-gebieden.
6. 'Belanghebbend' baseren op belang, niet op organisatie
Ontheffing wordt alleen verleend aan een specifieke aanvragers met een aantoonbaar belang. Zo wordt een ontheffing in het belang van volksgezondheid alleen toegekend aan een bestuursorgaan óf met een verklaring van de gemeente, Keuringsdienst van Waren of GG&GD. Het NGB stelt voor ontheffingen te verlenen aan aanvragers die hun belang voldoende kunnen aantonen en ontheffingverlening niet te beperken tot specifieke organisaties.
De volledige zienswijze is hier te vinden.