24 februari 2012

De Gegevensautoriteit Natuur heeft het voor dit jaar herziene ‘vleermuisprotocol’ vastgesteld. Het protocol is de standaard voor onderzoek naar soorten, aantallen en gebiedsfuncties van vleermuizen. Het beschrijft het vooronderzoek dat nodig is om de kans op aanwezigheid van vleermuizen vast te stellen. Het protocol is aangepast naar de meest recente wetenschappelijke inzichten, na evaluatie in de periode december 2011 tot februari 2012.

De brancheorganisatie Netwerk Groene Bureaus (NGB) en de Zoogdiervereniging ontwikkelden in 2007 in overleg met de Dienst Landelijk Gebied (DLG) en de Gegevensautoriteit Natuur (GaN) het eerste protocol. Sindsdien wordt het protocol jaarlijks geactualiseerd.

Het Vleermuisprotocol heeft in de afgelopen jaren zijn nut bewezen. De organisaties zijn tevreden over de brede toepassing van het protocol bij ruimtelijke ingrepen. De wijzigingen van dit jaar zijn gebaseerd op ervaringen en recente wetenschappelijke inzichten. Deze leiden er toe dat het onderzoek in een aantal gevallen met minder en kortere veldbezoeken wordt uitgevoerd. Daarmee worden de maatschappelijke kosten wat verlaagd.

Het protocol voldoet aan de eisen die het bevoegd gezag stelt en biedt eenduidigheid over het begrip “gedegen onderzoek’’ uit de uitvoeringsregeling Flora- en faunawet. Dit onderzoek blijft nodig wanneer deze wet in de loop van 2012 wordt vervangen door het wetsvoorstel Natuurbescherming en de Colleges van Gedeputeerde Staten bevoegd gezag worden in plaats van de Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. Het toepassen van het protocol geeft grote mate van zekerheid dat de Dienst Landelijk Gebied bij een ontheffingsaanvraag geen aanvullend inventarisatieonderzoek verlangt en dat een onderzoek stand houdt in een eventuele juridische procedure. In het bijzonder als de aanwezigheid van gebiedsfuncties van vleermuizen volgens het protocol kan worden uitgesloten. Bij aantasting van hun leefgebied door bijvoorbeeld spouwmuurisolatie en sloop van gebouwen, zijn begeleidende maatregelen en een ontheffingsaanvraag voor de Flora- en faunawet nodig, waarvoor de gegevens uit een onderzoek volgens het protocol komen.

Het vleermuisprotocol wordt gezien als hulpmiddel voor de ecologisch geschoolde ervaren vleermuiswaarnemer. Het Netwerk Groene Bureaus verplicht zijn leden tot gebruik van het protocol. De Zoogdiervereniging voldoet bij haar eigen veldwerk aan het protocol en beveelt het gebruik ervan bij iedereen aan.

Het Vleermuisprotocol 2012 is te vinden op de websites van het Netwerk Groene Bureaus en de Gegevensautoriteit Natuur.

Noot voor de redactie, niet voor publicatie:
Dit is een gezamenlijke persbericht van de Gegevensautoriteit Natuur, het Netwerk Groene Bureaus en de Zoogdiervereniging.

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Reinier Meijer, voorzitter Vleermuisvakberaad, telefoon 0592 316 206 of Ruud Bink, relatiemanager Gegevensautoriteit Natuur, telefoon 0317 482 901of 06 46146230